De meeste doden vielen in Mosul. Daar vonden volgens de plaatselijke politie vijf mensen de dood toen kogels die in de lucht waren afgevuurd, weer neerkwamen.

De organisatie manifesteert zich voornamelijk op sociale media van het internet en noemt zich ‘Iraakse Revolutie van Woede’ of ‘Verandering Vrijheid en Echte Democratie’.

De demonstranten eisten op de meeste plaatsen basisvoorzieningen, werk en een einde aan de corruptie. De overheid in Irak is ernstig verzwakt door wanbeleid, jarenlange sancties en het geweld dat na de Amerikaanse inval in 2003 losbarstte. De drinkwater- en stroomvoorziening zijn nog steeds abominabel en er is een tekort aan voedsel en werkgelegenheid.

Irakezen werden daarom opgeroepen om naar Egyptisch voorbeeld te demonstreren tegen de regering. In Bagdad kwamen naar schatting vijfduizend betogers naar het Tahrirplein in het centrum van de stad. Betogers raakten daar ook slaags met de politie. Ze vernielden stukken van een betonnen afscheiding van ‘de Groene Zone’, een in een soort fort veranderd stuk Bagdad waar de Amerikaanse ambassade en regeringsgebouwen staan.

Premier Nuri al-Maliki had opgeroepen „niet mee te doen aan de manifestaties”. Hij waarschuwde niet naar „demonstraties te gaan van Saddamisten” of figuren van al-Qaeda te gaan. Om de betoging te dwarsbomen werd vanaf middernacht gemotoriseerd verkeer in de stad verboden.