Als uitzendkrachten eenmaal ziek zijn, belanden zij vaker in de WAO dan vaste werknemers. Het instroompercentage voor uitzendkrachten bedraagt 1,5 tot 2 en dat voor vaste werknemers 1,3.

Dit blijkt uit het onderzoek ”Aard en oorzaken ziekteverzuim uitzendbranche”. Het onderzoek is vrijdag wereldkundig gemaakt door vakbond De Unie. Bureau Ecorys-NEI bekeek de periode van eind 2001 tot begin 2002 in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken, de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie.

Het hogere ziekteverzuim komt niet door de aard van het werk. De verklaring is vooral dat uitzendkrachten veelal vrouwen, jeugdigen, allochtonen en gehandicapten zijn. Deze groepen zijn statistisch gezien vaker ziek.

De onderzoekers bevelen aan dat arbodiensten en de uitkeringsinstantie UWV vaker contact houden met de zieke uitzendkrachten. Vakbonden, ministerie en uitzendbureaus willen voor 1 juli een arboconvenant sluiten.

Het ziekteverzuim in de uitzendbranche kost jaarlijks 640 miljoen euro. De werkgeversorganisatie ABU heeft vorig jaar gezegd een vergoeding te willen van de opdrachtgevers, wegens de hogere ziektekosten. Ze dreigden toen minder allochtonen, vrouwen en andere kwetsbare groepen aan te nemen.

Vakbond De Unie vindt zo’n selectie onwenselijk. Het rapport maakt juist duidelijk dat de uitzendbranche een heel normale bedrijfstak is, vindt bestuurder W. Brouwer: „De aard en oorzaken van ziekte wijken niet af van andere sectoren. Alleen zijn kwetsbare groepen oververtegenwoordigd.”

Vakbond FNV Bondgenoten verklaart het hogere ziekteverzuim door „het totale gebrek aan ziektebegeleiding in de branche”, aldus bestuurder M. Nuyten. Uitzendkrachten die ziek worden, verdwijnen uit de kaartenbakken van de bureaus en komen bij de uitkeringsinstantie UWV terecht. „Het zou goed zijn als de bureaus wel naar hun zieken omkijken en hun verantwoordelijkheid nemen”, vindt Nuyten.