Zó vrij is die wil van ons niet
Wat zegt nu eigenlijk een naam? Volgens Shakespeare weinig. Een roos zou net zo lekker ruiken als zij een heel andere naam droeg, schreef hij in Romeo en Julia. Maar voor het burgerinitiatief Uit Vrije Wil gaat dat niet op. Die naam zegt veel over de initiatiefnemers. Hij onthult meteen de zwakte én het gevaar van de door hen aangehangen filosofie.
Donderdag mochten mr. Sutorius en de zijnen hun burgerinitiatief tegenover de Tweede Kamer toelichten. Al te enthousiast waren de volksvertegenwoordigers gelukkig niet over het voorstel om hulpverleners toe te staan om elke wilsbekwame 70-plusser die, om wat voor reden dan ook, een einde aan zijn leven wil maken, daarbij van dienst te zijn.
Bij zo’n drastisch voorstel knippert zelfs een libertair denkend VVD-Kamerlid als mevrouw Van Miltenburg even met haar ogen. Begrijpelijk. Want wie beseft dat ons land niet alleen bevolkt is met goedbedoelende, brave burgers, maar ook met allerhande kwaadwillend gespuis, zal zich toch moeten afvragen hoe je in het voorstel van Uit Vrije Wil in vredesnaam vast kunt stellen of met de inmiddels overleden persoon werkelijk zorgvuldig is gehandeld. Of zijn mensen anno 2011 het kwaad zozeer ontstegen dat het niet meer kan gebeuren dat iemand zijn medemens liever kwijt dan rijk is, hem van het leven berooft en achteraf beweert: het ging om een euthanasieverzoek?
Geen wonder dat donderdag in de Kamer van links tot rechts scepsis merkbaar was ten aanzien van het concrete voorstel van Uit Vrije Wil. Jammer was alleen dat de bezwaren van seculiere parlementariërs zich vooral richtten op de praktische onhaalbaarheid van het plan en niet op de grondgedachten erachter. Of, zoals ChristenUnie-Kamerlid Wiegman het zei: „Er is helaas geen Kamermeerderheid om nu al een principiële blokkade tegen dit plan op te werpen.”
Voor zo’n principiële blokkade is desalniettemin alle reden.
Het eerste argument om er dwars voor te gaan liggen, valt te ontlenen aan het christelijk geloof in de Schepper van alle leven. Het past mensen niet om tegenover de hoge en goede God te zeggen: Ik ben er wel klaar mee, van mij hoeft het allemaal niet meer.
Maar voor wie dit argument geen geldingskracht bezit, zijn er nog minimaal twee andere redenen om de weg die Uit Vrije Wil wijst, niet in te slaan.
De eerste is dat het begrip ”vrije wil” in zichzelf problematisch is, en in zekere zin zelfs misleidend. Zo er al ooit van een zuivere vrije wil omtrent het levenseinde sprake is, dan toch alleen bij een beperkte groep zelfstandig denkende, hoogopgeleide en maatschappelijk geslaagde burgers. Zij zullen voor zichzelf mogelijk het gevoel hebben dat zij, wikkend en wegend, onafhankelijk tot het besluit kunnen komen dat hun leven ”af” is – wat dat dan ook moge betekenen.
Maar zeer velen in onze samenleving voldoen niet aan die omschrijving. Talloze mensen zijn onzeker over zichzelf, zijn gemakkelijk beïnvloedbaar of zien zichzelf als ”loosers”. Wat betekent voor hen hun zogenaamde vrije wil? En wat doet het met deze mensen als euthanasie meer en meer een wettelijke optie wordt? Hoe beïnvloedt het hen als zij weten dat anderen weten dat zij voor de dood kúnnen kiezen… als zij maar zouden wíllen?
Het klinkt zo mooi: uit vrije wil. Maar wat houdt ”vrije wil” in als zelfdoding zeventien keer zo vaak blijkt voor te komen bij mensen van wie een van de ouders door zelfdoding om het leven kwam?
Een tweede argument om het pad van Sutorius c.s. niet in te gaan, is dat van het hellend vlak. De gekozen leeftijdgrens van 70 jaar is immers willekeurig? Het is door sommige voorstanders van Uit Vrije Wil al toegegeven: deze grens is alleen gekozen om het idee gemakkelijker door het parlement te kunnen loodsen. Het uiteindelijke doel is om íéder mens hoe dan ook het recht te geven op ‘beschaafde’ wijze uit het leven te stappen.
Maar dan nog is het eindpunt van dit debat waarschijnlijk niet bereikt. Want de geschiedenis leert dat discussies die beginnen met wilsbekwamen, op enig moment ook wilsonbekwamen gaan raken.
Daarom moet een volksvertegenwoordiging die, gelovig of niet, hecht aan het in standhouden van fundamentele waarden uit onze joods-christelijke cultuur, doorzien dat het initiatief van Uit Vrije Wil die waarden ondergraaft en moet zij daartegen al bij voorbaat principieel stelling nemen.