Kerk & religie

Ds. J. Mostert vijftig jaar predikant

GOUDA – Dominee, technicus en musicus, zo omschrijft ds. J. Mostert zichzelf. Hij repareerde uurwerken van gemeenteleden, nam orgels onder handen en bespeelde ze. Op latere leeftijd werd hij predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk. Zaterdag staat hij vijftig jaar in het ambt.

Ardjan Logmans
18 February 2011 11:54Gewijzigd op 14 November 2020 13:45
GOUDA  – Ds. J. Mostert begon als predikant in een gemeente met recht- en vrijzinnige leden. „Het Evangelie moet overal worden gebracht”. Foto RD
GOUDA  – Ds. J. Mostert begon als predikant in een gemeente met recht- en vrijzinnige leden. „Het Evangelie moet overal worden gebracht”. Foto RD

Aan het begin van de week druppelen de felicitatiekaarten al binnen. Dankbaarheid overheerst, benadrukken de predikant en zijn vrouw, als ze terugkijken op het predikantenleven. „We waren erg verrast door de aandacht. Maar we houden geen feest of een ander herdenkingsmoment. Zaterdag zijn we van plan naar een van onze twee kinderen te gaan.”

Ds. Mostert (87) is een man van veel contacten. Nog steeds. Zo had hij vroeger contact met Feike Asma, prof. A. A. van Ruler, prof. J. Schoneveld en anderen. Het waren mensen met een ”flux de bouche” zoals hij zegt, welsprekende en markante mensen.

De predikant diende vier gemeenten: Meeden-Westerlee (1961), Ternaard (1965), Zwammerdam (1973) en ’s Gravenmoer (1978). In die laatste gemeente werd de confessionele predikant lid van de Gereformeerde Bond. In 1986 ging hij op 62-jarige leeftijd met emeritaat. „In verband met mijn oververmoeidheid was de VUT-regeling een goede oplossing.”

Na zijn emeritaat heeft ds. Mostert nog veel gepreekt en allerlei kerkelijke samenkomsten (bijvoorbeeld met bejaarden) vanaf de katheder geleid of op het orgel begeleid. „Dat laatste deed ik nog lange tijd. Met preken ben ik gestopt toen ik 75 werd.”

Ds. Mostert was voordat hij predikant werd jarenlang in dienst bij postbedrijf PTT. Het orgelspel was in die tijd voor hem belangrijk. „Soms begeleidde ik wel zeven diensten in een week. Op zaterdagavond de eerste. Vervolgens de zondagse diensten, de bijeenkomst van de zondagsschool, een doop- of avondmaalsdienst en een leerdienst.”

Hij voelde zich thuis bij Bach, en, meer hedendaags, bij Feike Asma. „Ik bezocht veel concerten van Asma in de lutherse kerk in Amsterdam. Toen ik in Den Haag organist was, moest ik een keer proefspelen bij Adriaan Engels. Hij mocht niet weten dat ik Asma adoreerde, anders had hij me direct de laan uit gestuurd.”

In Meeden, zijn eerste gemeente in het noorden, maakte ds. Mostert het orgel van de hervormde kerk weer bespeelbaar. „Toen had het weer een zuivere Schnitgerklank. Ik speelde er elke dag op, van kwart voor zeven tot kwart over zeven, zes liederen in een halfuur. Zo heb ik het hele psalmboek beïmproviseerd.” De predikant heeft zelf ook twee pijporgels gemaakt, waarvan er een in bezit is van organist Sander van Marion.

Ds. Mostert wilde graag de zending in en vond in een vriend van de kleuterschool een medestander die dit verlangen deelde. Uiteindelijk is ds. Mostert toch gemeentepredikant geworden. Beslissend waren gesprekken met zijn „geestelijke vaders”, prof. Schoneveld en ds. G. Nieuwenhuijsen. „En misschien was ik ook al te oud voor de zending. Ik moest daarvoor bovendien nog enkele jaren bijleren. Dat kreeg ik er niet meer in”, zegt hij naar zijn hoofd wijzend.

Na een avondopleiding gymnasium ging Jan Mostert theologie studeren in Leiden. Hij deed daar zijn propedeuse en studeerde, „toen ik besef kreeg van de kerkelijke richtingen”, verder in Utrecht.

De eerste gemeente van ds. Mostert was de combinatiegemeente Meeden-Westerlee. De advertentie in een kerkelijk blad luidde: „Welke kandidaat is bereid het beroep aan te nemen naar een gemeente met recht- en vrijzinnige leden?” Ds. Mostert: „Wat is dat voor een rare vraag, zei ik tegen m’n vrouw. Het Evangelie moet overal worden gebracht. Ik preekte in die gemeente veel over de Bijbelse geschiedenissen om hiervoor aanknopingspunten te vinden. Ondanks een bloeiende hervormd-gereformeerde evangelisatie in de buurt, groeide ook deze gemeente weer, van zo’n 10 naar 75 kerkgangers.”

In Ternaard onderging ds. Mostert een ernstige operatie aan een gezwel aan de hals. Een familiekwaal, waaraan zijn broer was overleden. De operatie had plaats in 1967. Het emotioneert ds. Mostert als hij eraan terugdenkt. „Toen de operatie afgerond was, bleek dat er iets was misgegaan. Ik moest opnieuw naar de operatiekamer. Daarna werd me verteld dat ik niet meer zou kunnen slikken en spreken. Via een buisje zou ik voedsel tot me moeten nemen. Gelukkig is dat niet zo gebeurd. God zorgde dat ik weer verder mocht.”

Hoe kijkt de 87-jarige predikant tegen de dood aan? Een lach verschijnt op zijn gezicht. „Dat staat in de eerste zondag van de Heidelbergse Catechismus. Dat ik in leven en sterven het eigendom van Christus ben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer