Zorgen over Afghaanse blijf-van-mijn-lijfhuis
KABUL – Toen de Afghaanse Aisha Bibi (18) wegvluchtte van haar man, kostte haar dat haar neus en oren. Haar schoonvader –of een ander familielid– sneed ze af. Aisha vond later onderdak in een relatief veilig blijf-van-mijn-lijfhuis in Kabul. De vraag is hoe veilig Afghaanse blijf-van-mijn-lijfhuizen blijven.
Een foto van het meisje –zonder neus– stond vorig jaar op de omslag van het Amerikaanse tijdschrift Time. Fotograaf Jodie Bieber won er de verkiezing van de World Press Photo 2010 mee.
Aisha’s verhaal in Time deed veel stof opwaaien. Een talibancommandant zou opdracht hebben gegeven voor de verminking. Mensen die Aisha kennen betwijfelen de versie van Time, schreef NRC Handelsblad woensdag. Hoofdzuster Gul Sherina, die Aisha in 2009 opving in het ziekenhuis in Tarin Kowt, meent dat de gruweldaad voortkwam uit een familievete. Aisha’s schoonvader is opgepakt.
Wie het ook deed, feit blijft dat vrouwen in Afghanistan grote risico’s lopen als ze tegen de regels ingaan. De grondwet geeft hun veel rechten, maar in de praktijk worden zij nog altijd zwaar gediscrimineerd.
Mensenrechtenorganisaties maken zich grote zorgen over een plan van de Afghaanse regering. Die wil het beheer van de blijf-van-mijn-lijfhuizen overnemen van non-gouvernementele organisaties, meldde de minister van Vrouwenzaken, Husun Bano Ghazanfar, dinsdag. Een deskundige van Human Rights Watch (HRW) zegt dat de levens van mishandelde en misbruikte vrouwen in gevaar komen als de overheid de baas wordt in de opvanghuizen.
De regering van president Hamid Karzai wordt volgens HRW „steeds meer gedomineerd door ultraconservatieven die vijandig staan ten opzichte van zelfs maar het idee van schuilplaatsen, aangezien deze aan vrouwen een bepaalde mate van autonomie bieden.”
Afghanistan telt op dit moment voor zover bekend elf opvanghuizen voor vrouwen en meisjes in nood. Ze worden beheerd door Afghaanse en internationale hulporganisaties, die onafhankelijk opereren van de Afghaanse overheid. Sommige conservatieve politici en geestelijken zijn fel gekant tegen de noodopvang. Zij stellen dat de schuilplaatsen broedplaatsen zijn van prostitutie. Ook zouden vrouwen worden aangemoedigd hun echtgenoot te verlaten.
Intussen vluchten Afghaanse vrouwen niet voor niets. Zuster Sherina: „Familiegeweld is niet meer of minder geworden met de komst van westerse militairen. Tijdens de taliban was het er. En nu is het er nog steeds. Ik kan genoeg foto’s laten zien van verbrande vrouwenlichamen. De mannen zijn onopgeleid en hebben vaak geen werk. Daar gaat het mis.”