Onrust in Kamer over uitzetbeleid uitgeprocedeerde asielzoekers naar Irak
DEN HAAG – In de Tweede Kamer is opnieuw onrust ontstaan over een dreigende uitzetting van uitgeprocedeerde asielzoekers naar Irak. Minister Leers (Immigratie en Asiel) moest gisteren weer opheldering geven over gedwongen vertrek van asielzoekers naar dit land.
In een brief aan de Kamer bevestigt de minister de uitzetting van drie Iraakse vreemdelingen. Twee zouden er vandaag mee teruggaan op een overheidsvlucht, die Zweden organiseert. De derde vertrekt met een lijnvlucht.
Vlak na zijn aantreden moest Leers ook al enkele keren naar de Kamer om uitleg te geven over uitzettingen naar Irak die op stapel stonden. Die gingen toen niet door, mede door ingrijpen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het hof besloot dat elke asielzoeker die bezwaar tegen uitzetting aantekende, voorlopig niet terug hoefde.
Uit een latere uitspraak van het hof trok Leers de conclusie dat Nederland weer voormalige asielzoekers naar Irak mag uitzetten. In zijn brief van gisteren herhaalt de minister dat er in het algemeen geen juridische belemmeringen meer bestaan tegen een gedwongen terugkeer naar Irak. Hij zegt dan ook verrast te zijn dat de Kamer het onderwerp weer aan de orde stelt.
De bewindsman wijst erop dat de mannen voor wie nu uitzetting dreigt, contact konden hebben met hun advocaat. Bij vorige zaken wierp een deel van de Kamer de minister voor de voeten dat dit niet altijd mogelijk was geweest.
GroenLinks-Kamerlid Dibi, die de minister gisteren om een toelichting vroeg, is tevreden met de brief. Als asielzoekers zijn afgewezen en ook nog hun zaak hebben kunnen aankaarten bij het Europees Hof, ziet hij geen reden meer om Leers naar de Kamer te roepen. Zijn verzoek om een spoeddebat zette hij dan ook niet door.
In een antwoord op vragen die CU-Kamerlid Voordewind hem vorige maand stelde over een ophanden zijnde uitzetting van een Somaliër schrijft Leers dat deze asielzoeker mag worden uitgezet. Het betreft een 48-jarige man die lid is van de protestantse Joriskerk in Amersfoort.
Voordewind drong er bij het kabinet op aan de uit Somaliland afkomstige man niet uit te zetten, omdat in Somaliland de doodstraf op afvalligheid van de islam staat. Hij vroeg de minister in hoeverre deze christen gevaar loopt bij terugkeer naar zijn geboorteland. Volgens Leers is de islam de officiële religie in Somalië en kan een moslim geen afstand doen van zijn geloof. Toch mogen niet-moslims er in vrijheid hun geloof belijden, aldus de bewindsman.
Leers schrijft dat de Somaliër dertig jaar christen is en zelf gezegd heeft dat hij hierdoor geen problemen heeft ondervonden in zijn land van herkomst. Volgens de minister is nog geen concrete uitzetting van de man gepland.