De regering van president Hamid Karzai wordt volgens HRW „steeds meer gedomineerd door ultraconservatieven die vijandig staan ten opzichte van zelfs maar het idee van schuilplaatsen, aangezien deze aan vrouwen een bepaalde mate van autonomie bieden” van echtgenoten en familieleden die hen slecht behandelen. HRW reageerde op een plan, dat dinsdag naar buiten werd gebracht door minister van Vrouwenzaken Husun Bano Ghazanfar. Zij zei tegen journalisten dat de maatregel onderdeel is van het proces van ‘Afghanisering’, waarin de overheid in Afghanistan steeds meer taken overneemt van de internationale gemeenschap.

Het Centraal-Aziatische land telt op dit moment voor zover bekend elf opvanghuizen voor vrouwen en meisjes in nood. Die worden beheerd door Afghaanse en internationale hulporganisaties, die onafhankelijk opereren van de Afghaanse overheid.

Sommige aartsconservatieve politici en geestelijken zijn fel gekant tegen de noodopvang. Zij stellen dat de schuilplaatsen broedplaatsen zijn van prostitutie. Ook zouden ze vrouwen aanmoedigen om hun echtgenoten te verlaten.

De grondwet in Afghanistan geeft vrouwen en meisjes veel rechten, maar in de praktijk worden zij nog altijd zwaar gediscrimineerd. Sommige waarnemers vrezen wat betreft de vrouwenrechten een terugkeer naar de tijd van de Talibanheerschappij (1996-2001). De radicaalislamitische beweging, die nu het verzet leidt tegen de internationale troepenmacht en de overheid in Afghanistan, voerde een hard discriminatiebeleid ten opzichte van vrouwen. Die dienden allesverhullende boerka’s te dragen en mochten zich niet meer alleen op straat vertonen zonder begeleiding van hun echtgenoten. Onderwijs voor meisjes werd afgeschaft.