„Chileense mijnwerker overwoog kannibalisme”
WASHINGTON (ANP/AFP) – Enkele Chileense mijnwerkers die vorig jaar werden bevrijd na liefst 69 dagen onder de grond vast te hebben gezeten, overwogen zelfmoord te plegen. Een ander, Mario Sepulveda, dacht daarentegen zelfs aan kannibalisme als overlevingsstrategie.
Dat staat in het boek ‘33 Men’ van de Amerikaanse journalist Jonathan Franklin, dat sinds maandag (lokale tijd) in de boekwinkels ligt. Franklin werkte zestien jaar in Chili en voerde na de wonderbaarlijke reddingsoperatie gesprekken met alle geredde mijnwerkers.
De kompels verbleven meer dan twee maanden in een ingestorte mijnschacht. Ze werden zeventien dagen na het ongeval ontdekt, op een moment dat de reddingswerkers de moed al bijna hadden opgegeven. Over de hele wereld besteedden media aandacht aan de acties om de mijnwerkers te bevrijden.
De auteur van 33 Men stelt dat alle mijnwerkers sinds de geslaagde reddingsoperatie lijden of hebben geleden aan posttraumatisch stress syndroom. De mannen hielden zich in de eerste zestien dagen na het mijnongeval in leven door tonijn uit blik te eten.
In een interview met het programma 60 Minutes van de Amerikaanse tv-zender CBS zei Sepulveda zondag dat hij de moed nooit had opgegeven. „Voedsel of geen voedsel, ik zou eruit komen. Hoe? Ik dacht aan welke kompel als eerste zou komen te overlijden en daarna dacht ik na over hoe ik hem op zou eten, ik verzeker je dat ik me niet schaamde, ik was niet bang.” Uiteindelijk kwam het niet zover. Alle mijnwerkers werden, zwaar vermagerd, gered. Eerder had Sepulveda in een interview met de Britse krant Daily Mail nog gezegd dat hij kannibalisme nooit had overwogen.
Victor Zamora, een collega van Sepulveda, zei in het interview met 60 Minutes dat hij en een aantal andere mijnwerkers serieus hadden overwogen een eind te maken aan hun levens „zodat we niet langer zouden lijden”. De mannen zouden een machine starten en zich laten vergiftigen met de uitlaatgassen. „We gingen toch dood”, aldus Zamora.