Nederlanders eerste vijand Acehers
De wens tot onafhankelijkheid van de Acehers is niet van de laatste jaren, maar dateert al uit de negentiende eeuw, toen vrijheidsstrijders hun klewang tegen Nederlandse troepen opnamen. Het was de later omstreden Nederlandse generaal Joannes van Heutsz (1851-1924) die het gebied na bloedige strijd wist te onderwerpen.
In feite was Van Heutsz de stichter van de huidige eenheidsstaat Indonesië. Door zijn -niet bepaald zachtzinnige- onderwerping van de zogenoemde buitengewesten, de gebieden aan de periferie van de gordel van smaragd, bakende hij de grenzen van de huidige republiek af.
Na zijn militaire opleiding in Kampen meldde Van Heutsz, op zoek naar avontuur, zich in 1873 voor het Nederlandsch-Indische leger. In dat jaar begon Nederland ook zijn militaire acties om het roerige Aceh, in de noordwestpunt van Sumatra, te onderwerpen aan het centrale gezag in Batavia (het huidige Jakarta).
Toen Van Heutsz was opgeklommen tot generaal, kreeg hij in 1898 de taak voor eens en altijd een einde te maken aan de rebellie in Aceh. Hiervoor ontwikkelde hij een nieuwe militaire doctrine. Zo besloot hij de snelle guerrilla-acties van de Acehers aan te pakken met hun eigen tactiek en ontwikkelde hij het concept van de contraguerrilla. Tot die tijd waren de Nederlandse troepen in Aceh geconcentreerd in statische, versterkte legerkampen, waardoor ze een gemakkelijke prooi vormden voor de snelle ”hit and run”-acties van de guerrillastrijders.
Van Heutsz introduceerde de marechaussees, kleine snel verplaatsbare gevechtseenheden, die het oerwoud introkken om jacht te maken op de opstandelingen. Deze mobiele colonnes bestonden uit inlandse soldaten die werden aangevoerd door Nederlandse officieren. Met de klewang (korte sabel) en het repeteergeweer gingen ze in de bergen en oerwouden van Aceh op zoek naar de vijand. Naar schatting heeft deze zogenoemde politiek van „pacificatie” tot 100.000 doden en 1 miljoen gewonden geleid. In 1904 was Aceh grotendeels bedwongen en werd Van Heutsz voor zijn daden beloond met zijn benoeming tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië.
Een klein aantal vrijheidsstrijders trok zich in onherbergzame oerwouden terug. Onder hen was Tjoet Nja Din, een vrouw die zich tot het laatst verzette tegen de Nederlanders. Opgejaagd door de brigades van Van Heutsz kreeg ze te kampen met allerlei ontberingen en ziektes, zoals reumatiek en een oogziekte. In 1905 werd Tjoet Nja Din gevangengenomen. Toen de Nederlanders haar vonden, probeerde ze zichzelf met een kris van het leven te beroven, maar dat mislukte. Ze werd verbannen naar West-Java, honderden kilometers verwijderd van Aceh, en geopereerd door de Nederlanders. In 1965 werd zij uitgeroepen tot nationale held van de onafhankelijkheid. Sindsdien wordt haar naam geschreven als Cut Nyak Dhien.
Van Heutsz wist als generaal al in een vroeg stadium hoe hij de opstand wilde neerslaan. Hij weet het oproer van de Acehers aan gebrek aan wilskracht en de weifelende houding van de Nederlandse regering. Volgens de generaal kon „het tot orde en rust brengen van dit land alleen geschieden door krachtige dwang en een streng rechtvaardig bestuur.” Hij was ervan overtuigd „dat Acehers zich nooit anders dan gedwongen zullen onderwerpen.”
Het bleken visionaire woorden, want ook na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 bleven de Acehers zich verzetten tegen de centrale regering in Jakarta. Het lijkt er nu op dat president Megawati, na het mislukken van de recente vredesonderhandelingen met de Beweging Vrij Atjeh (GAM), de bevindingen van Van Heutsz heeft bestudeerd en tot dezelfde conclusie is gekomen. Alleen wordt nu niet de klewang gebruikt om korte metten te maken met de Acehers, maar worden raketten afgeschoten op locaties van GAM-strijders. En evenals onder Van Heutsz worden nu kleine militaire eenheden de jungle ingestuurd voor acties tegen de rebellen.
De manier waarop Van Heutsz in Indonesië huishield, leidde in Nederland tot een felle polemiek. Bewonderaars van de voormalige gouverneur-generaal wilden in Amsterdam een monument voor hem oprichten, maar dat leidde in 1928 al tot verhitte discussies tussen voor- en tegenstanders van de koloniale periode. In de jaren zestig en tachtig werd het monument getroffen door bomaanslagen. In 2001 werd de naam Van Heutsz-monument officieel gewijzigd in Monument Indië Nederland 1596-1949.