Buitenland

Albanië oogt rustig, maar de onrust neemt toe

TIRANA – In de Albanese hoofdstad Tirana verschenen vrijdag drie parlementsleden van de socialistische oppositiepartij voor een commissie die onderzoek doet naar ongeregeldheden in Tirana, 21 januari.

Marcel van der Steen
11 February 2011 20:53Gewijzigd op 14 November 2020 13:40
Rouw in Albanië na de onlusten op 21 januari. Foto EPA
Rouw in Albanië na de onlusten op 21 januari. Foto EPA

De demonstratie in Tirana liep vorige maand volkomen uit de hand met vier doden en tientallen gewonden als gevolg. De drie parlementsleden worden samen met anderen verdacht van het plegen van een coup tegen de zittende premier Sali Berisha.

Alsof er niets aan de hand is, zo gemoedelijk was het gisteren op straat in Tirana. Oud en jong bevolkten de terrassen, dronken er koffie en genoten er van het voorjaarsachtige weer. Het verkeer was er even chaotisch als altijd, maar geen tienduizenden op de been deze middag om te protesteren tegen de regering. De afgelopen weken liep de Bulevardi Dëshmoret e Kombit vol met tienduizenden demonstranten. Ze eisen onder leiding van de socialistische oppositieleider Emir Rama dat de huidige premier aftreedt en vervroegde verkiezingen uitschrijft.

De strijd tussen de democraat Berisha en de socialist Rama laaide op na de verkiezingen in juni 2009. Berisha won deze nipt en riep zichzelf als winnaar uit. Maar volgens Rama had zijn opponent de verkiezingen „gestolen.” Hij boycot sindsdien het parlement. Protesten laaiden op in het voorjaar van 2010, socialisten gingen zelfs in hongerstaking. Maar na de belofte van de huidige premier dat er een onderzoek zou komen naar de verkiezingen in 2009 kalmeerde het land.

Nu, bijna een jaar later, is er niets van dat onderzoek terechtgekomen. En toen half januari de minister van Economie en Handel in opspraak raakte door een corruptieschandaal barstte de bom opnieuw. De minister trad af, maar dat bleek niet genoeg om de Albanezen te kalmeren. Ze protesteerden op 21 januari, eerst vreedzaam, maar toen een deel van de betogers met stenen en molotovcocktails gooide liep de demonstratie uit de hand. Ze probeerden het gebouw waar de premier zetelt te bezetten. De nationale garde, die het gebouw verdedigde, schoot met scherp en doodde drie mensen. In het ziekenhuis overleed later een vierde slachtoffer.

De week erop gingen opnieuw tienduizenden de straat op. Dit keer in stilte. Albanezen schuifelden er langs grote portretten van de drie mannen die de week ervoor door politiekogels om het leven kwamen. Ze legden er bloemen, brandden er een kaars of legden er een brandende sigaret neer; een Albanees gebruik op begrafenissen. En ook vorige week vrijdag waren er protesten op straat. Slechts zo’n 5000 in Tirana dit keer. Maar ook in vier andere Albanese steden werd gisteren voor het eerst geprotesteerd.

Opmerkelijk daarom dat het gisteren zo rustig bleef in Tirana. Maar schijn bedriegt. Want juist deze week laaide de strijd tussen de twee politieke opponenten verder op. In het parlementsgebouw gingen een socialistisch en een democratisch parlementslid met elkaar op de vuist. Beide partijen verwijten de ander verantwoordelijk te zijn voor de dood van de vier demonstranten. Premier Berisha zegt dat zijn regering het slachtoffer is van een mislukte couppoging, geregisseerd door onder meer de socialisten, de Albanese president en de geheime dienst. Oppositieleider Rama verwijt andersom juist Berisha dat door gewelddadig ingrijpen een vreedzaam protest vier doden tot gevolg heeft.

De internationale gemeenschap maakt zich zorgen over de escalatie van de strijd tussen de twee politieke kemphanen. De EU stuurde direct afgezant Miroslav Lajcak om oppositieleider Rama ertoe te bewegen volgende protestbijeenkomsten af te gelasten. Hij dreigde dat de Europese toekomst van Albanië sterk afhangt van de vraag of de politieke leiders doen wat de EU van hen vraagt. Maar Rama zette toch door; het zou een vredige demonstratie worden. En ook de Amerikaanse ambassadeur, Alexander Arvizu, ging met beide partijen om de tafel.

Europa en de VS hebben alle reden om zich zorgen te maken. Sinds eind vorig jaar mogen Albanezen visumvrij reizen naar Schengenlanden zoals Nederland. Het is al lid van de NAVO. Het land kampt met corruptie en politieke instabiliteit en niemand zit te wachten op nieuwe onrust op de Balkan.

Ondertussen probeert de huidige premier het jongere deel van de Albanese bevolking te paaien met de aankondiging van een groot popconcert in de hoofdstad. Oppositieleider Rama probeert op zijn beurt jong en oud weer op de been te krijgen voor opnieuw een protestbijeenkomst, volgende week.

De jongeren zelf halen veelal hun schouders op over de situatie. „Het is één grote poppenkast”, vertelt Besar, die liever zijn achternaam niet noemt, „zowel de politie als de protestbijeenkomsten. Daarbij draven alleen boeren op. Die komen uit omringende dorpen en worden betaald om mee te lopen.” Het maakt hem niet uit wie er uiteindelijk in het zadel zit. „Ze zijn hier allemaal niet goed wijs.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer