Dat heeft minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) maandag geschreven aan de Tweede Kamer in antwoord op vragen van André Rouvoet (ChristenUnie). Hij wilde meer weten over berichten dat de politie mee zou werken aan gecontroleerde afleveringen van drugs die door de Amerikaanse Drugs Enforcement Administration (DEA) zouden zijn opgezet. Het ging om ambtsberichten van de Amerikaanse ambassade in Nederland, die via WikiLeaks waren uitgelekt.

In werkelijkheid ging het niet om door de politie gecontroleerde leveringen, maar om verdovende middelen uit Zuid-Amerika die in de Verenigde Staten waren onderschept maar als eindbestemming Nederland hadden. De VS lieten de beslissing om vervolging in te stellen over aan Nederland en droegen de onderschepte partijen drugs over aan ons land.

In 2006 is dit vijf keer gebeurd, staat te lezen in een Amerikaanse rapportage waarin de term ‘gecontroleerde afleveringen’ wordt gebruikt. Opstelten schrijft dat deze ‘ongelukkig gekozen’ term verwarrend kan zijn.

Dat de Nederlandse politie informatie uitwisselt met de DEA is heel normaal, antwoordt Opstelten. Dat is in de wet geregeld. In antwoord op andere Kamervragen van de SP wijst de minister er ook op dat voor terreuronderzoeken gegevens worden uitgewisseld met vertegenwoordigers van Amerikaanse opsporingsdiensten die zijn gestationeerd op de Amerikaanse ambassade.

De Amerikanen hebben geen toegang tot Nederlandse politiesystemen en mogen niet zelf onderzoek doen. Na incidenten in 2004 en 2006 is alles volgens de geldende regels verlopen.