Mike is een aanstormend voetbaltalent. Als hij goed presteert tijdens een selectiewedstrijd mag hij naar een bekende jeugdopleiding. Alleen zijn vader verbiedt hem mee te doen. Het heeft iets te maken met de schoolcijfers van Mike, maar er is meer. Na een flinke ruzie vertrekt Mike naar zijn opa en blijft daar logeren. Op de dag van de wedstrijd rijdt opa de sloot in. Mike redt hem, maar mist daardoor de wedstrijd. Wat nu?

”De gouden wissel” blinkt niet uit in bijzonder taalgebruik of interessante zinsconstructies en soms wordt er iets te veel uitgelegd, waardoor het verhaal vertraagt. De auteur vervlecht op een mooie manier het christelijk geloof in het verhaal. Zo praat Mike regelmatig met dominee Vaatstra, vader van zijn vriend Thijs. Zoals op de dag dat hij opa redt. „Het leek wel of iets of iemand me een duwtje gaf en me de weg op stuurde waar opa de sloot in was gereden”, vertelt hij. De dominee zegt dat hij niet in toeval gelooft, maar wel in leiding. „Leiding van boven, welteverstaan. Soms maakt God dingen duidelijk door je een bepaalde gedachte te geven. Soms ook gebruikt Hij andere mensen of maakt Hij je iets duidelijk door je een bepaald gevoel te geven.” Juist die diepgang in het boek maakt het teleurstellend dat de dominee voetballen in clubverband op zondag niet afwijst. „Daar wordt verschillend over gedacht,” zegt hij.

De gouden wissel, Rob Visser; uitg. De Vuurbaak, Barneveld 2010; ISBN 978 90 556 0447 0; 134 blz.; € 10,99.