Buitenland

Egypte: alleen snelle opstanden slagen

Als omwentelingen niet snel verlopen, verzanden ze. Ook volksopstanden hebben hun „houdbaarheidsdatum”, meent drs. Leon Wecke van de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Evert van Vlastuin en Mr. Richard Donk
5 February 2011 08:29Gewijzigd op 14 November 2020 13:34
Foto EPA
Foto EPA

Jarenlang analyseerde Wecke met zijn studenten de voorwaarden waaronder een vreedzame revolutie kan slagen. De conflictdeskundige hoeft er geen handboek voor op te slaan om ze op te sommen (zie kader).

In deze zogenaamde ”Twitterrevolutie” trekt vooral de onderlinge communicatie de aandacht. „In deze tijd van Facebook en de mobiele telefoon is dat makkelijker geworden. Door hogere scholing en de massamedia zijn mensen beter geïnformeerd. Vooral de televisie draagt daaraan bij. In de buitenwereld zien ze hoe het anders kan. Dat maakt hen mondiger.”

Ook aan frustratie is er geen gebrek in Noord-Afrika. „In alle landen waar het nu broeit, is ontevredenheid over de hoge voedselprijzen, corruptie en vriendjespolitiek.”

Belangrijk ook is volgens Wecke de rol die de Verenigde Staten spelen. „Washington heeft gezegd dat Mubarak weg moet. Dat heeft natuurlijk invloed. Vooral de legertop heeft groot belang bij de steun van Washington. Daar komt hun mooie speelgoed vandaan.”

Hoe ontstaat een opstand?

„De tijd moet rijp zijn. Ook in het verleden hebben mensen zich in brand gestoken, maar zonder gevolgen.

Doorslaggevend is de vervreemding van de macht. Mensen krijgen massaal het gevoel dat de regering hen niet meer vertegenwoordigt. Als er dan iemand de straat op gaat, slaat de vlam in de pan.

Ook als de tijd rijp is, kunnen politie en geheime dienst protest nog onderdrukken. Tja, dan wordt doorzetten moeilijk.”

Die dreiging van de politie kan ook angst geven.

„Ja. Maar de vervreemding kan zo groot worden, dat mensen over hun angst heen raken. Een paar klappen kan ze dan niet meer schelen.

Psychologen noemen dat de-individuatie. Dan gaat de persoon op in de groep en ervaart die nog nauwelijks persoonlijke verantwoordelijkheid. In zo’n toestand zijn mensen geneigd de leider te volgen. Als die met stenen gooit, doet men het zelf ook. Gedragsbesmetting heet dat. Zo’n woedende menigte kan natuurlijk heel gevaarlijk zijn.”

Hoelang moet een volksopstand duren om succes te hebben?

„Er zijn natuurlijk altijd mensen die wel maanden op een plein willen bivakkeren. Maar voor de grote massa komt er een omslagmoment.

Heel praktisch: mensen moeten wel eten. En om eten te kunnen kopen, moet er aanvoer zijn. Vroeg of laat moeten er dus weer mensen terug naar de gewone wereld. Zo zakt het revolutionair elan vanzelf. Elke opstand heeft dus een houdbaarheidsdatum.”

Kun je op basis van eerdere omwentelingen zeggen waar dat omslagpunt ligt?

„Ergens bij een week of tien dagen. Als er binnen die tijd geen succes wordt geboekt, gaat de rek eruit. Het revolutionair elan kan wel worden gerekt naarmate er meer succes wordt geboekt. Dat stimuleert de deelnemers.

Maar als politie en leger meer tegendruk gaan geven, werkt dat juist andersom. De meeste mensen zijn toch niet bereid zich kapot te laten schieten.

In het geval van Egypte heeft men wel iets binnengehaald. Mubarak verdwijnt in september en zijn zoon volgt hem niet op. Bovendien hebben de Verenigde Staten Mubarak laten vallen. Dat smaakt natuurlijk naar meer. Maar je kunt een volk niet in een blijvende staat van opstand houden. Een opstand kan nu eenmaal niet eindeloos duren. Het is afwachten hoe zich dat ontwikkelt.”

In de landen waar het nu broeit, zijn veel jongeren werkloos. Al jaren waarschuwen demografen dat een overschot aan jongemannen instabiliteit brengt in de Arabische landen. Hebben we dat punt nu bereikt?

„In elk geval is er een groot revolutionair potentieel. Het beste lijkt me dat regeringen proberen de werkloosheid op te lossen. Het is een economische kwestie. En een politiek vraagstuk van rechtvaardige verdeling. Maar het beleid van al die Arabische landen is de afgelopen jaren echter helemaal niet gericht geweest op het welzijn van de bevolking.”

Kun je na de toezegging van Mubarak zeggen dat de opstand in Egypte is gelukt?

„Dat valt pas over een paar jaar te zeggen. Als Egypte zich ontwikkelt tot een keurige Arabische democratie, is de omwenteling gelukt. Maar dan moeten er werkelijk fundamentele veranderingen komen. De macht van het leger moet worden teruggedrongen, en de werkloosheid verminderen.

Bovendien heeft Mubarak vaker beloften gebroken. Vanuit de demonstranten gezien is zijn toezegging dus niets waard.”

Na de opstand in Tunesië is het in veel Arabische landen onrustig, zoals Jordanië, Syrië en Jemen. Kan men spreken van een domino-effect?

„Ja. Het is duidelijk dat het niet in Egypte stopt. In diverse landen voelt zowel het volk als de regering dat er iets in de lucht zit. Gaddafi in Libië is niet meer helemaal zonder zorgen. Hier en daar zie je dat presidenten nog even gauw hun regering vernieuwen. Mubarak deed dat ook, maar was te laat. Het werkt dus aanstekelijk.”

Een toezegging van vertrek als die van Mubarak kan ervoor zorgen dat de overgang geleidelijk verloopt. Is dat op lange termijn beter?

„Dat hangt ervan af. Je kunt de oplossing ook te lang uitstellen, waardoor het probleem terugkeert.”

In Wit-Rusland bestaat frustratie over oneerlijke presidentsverkiezingen. Zou een opstand daar kans hebben?

„Nee, want de sterke arm is daar nog te loyaal aan president Loekasjenko. Met je blote vuisten heb je geen schijn van kans tegen de wapens van leger en politie. Zolang regering en leger op één lijn zitten, begin je niets.

Er moet echt een barst ontstaan tussen de regering en de sterke arm. In Egypte heeft waarschijnlijk de legertop besloten om niet in te grijpen. Het is natuurlijk de vraag wat er gebeurt als men met 100.000 man het paleis wil bestormen.”

Maakt Noord-Korea een kans?

„Nee. Want ondanks de honger is een groot deel van de bevolking er nog overtuigd van de ideologie van Kim. Bovendien is de communicatie in handen van de regering.”

Veel mensen verbazen zich over de snelheid waarmee deze Arabische opstanden verlopen.

„Dat doen we allemaal. En toch past het erbij. Als zo’n proces eenmaal gaande is, valt het niet meer te stoppen.

In 1989 zagen waarnemers de val van het communisme in Oost-Europa al enkele maanden aankomen. Maar toen het eenmaal begon, ging het ook razendsnel.

Nu we twintig jaar verder zijn, gaat het hele leven veel sneller. Ook in Egypte zijn velen verrast door de snelheid waarmee alles verloopt. Maar ook dit land behoort nu tot de wereld van de mobiele telefoon.”


Wetenschappers onderscheiden vijf voorwaarden waaronder een vreedzame omwenteling kan plaatsvinden:

  1. Het volk moet in grote meerderheid gefrustreerd zijn over het beleid van de regering.

  2. Door deze frustratie erkent de bevolking de regering niet langer als wettige overheid.

  3. Er is geen andere actor (zoals een politieke partij of een vakbond) die als zondebok kan dienen en de regering zelf buiten schot kan houden.

  4. Er is voldoende communicatie tussen de ontevredenen om elkaar te mobiliseren en op ontwikkelingen te reageren.

  5. De sterke arm van de overheid (zoals leger en politie) moet zich op zijn minst neutraal opstellen of zich zelfs helemaal tegen de regering keren.


Revoluties zijn niet altijd succesvol

Volksopstanden zoals die in Egypte leiden lang niet altijd tot rigoureuze politieke omwentelingen. Toch zijn in het recente verleden ook diverse revoluties succesvol geweest.

Val van de Muur (1989): De val van de Muur en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is wel het meest aansprekende voorbeeld van een succesvol verlopen volksopstand. Weliswaar ging die revolte in een aantal landen nog met het nodige geweld gepaard, maar uiteindelijk verdwenen de zittende regimes van het toneel.

Bulldozer Revolutie (2000): Hetzelfde gebeurde in 2000 in Servië. President Milosevic schreef in dat jaar vervroegde verkiezingen uit, nadat hij door het Joegoslaviëtribunaal was aangeklaagd wegens misdaden tegen de menselijkheid. Een misrekening, want de oppositie won de stembusstrijd overtuigend. Zo’n 200.000 betogers eisten in Belgrado de erkenning van de overwinning van Vojislav Kostunica. Op 5 oktober viel uiteindelijk het regime van Milosevic. Twee dagen later legde Kostunica de eed als nieuwe president af. Die opstand zou de geschiedenis ingaan als de Bulldozer Revolutie.

Rozenrevolutie (2003): Georgië beleefde in 2003 de Rozenrevolutie. President Eduard Sjevardnadze moest het veld ruimen en werd na de verkiezingen van 2004 door Mikhail Saakasjvili opgevolgd.

Oranjerevolutie (2004): Onenigheid over de uitslag van en wijdverbreide berichten over fraude tijdens de verkiezingen in Oekraïne leidden in het voorjaar van 2004 tot de Oranjerevolutie in Georgië. De twist tussen premier Janoekovitsj en oppositieleider Joesjtsjenko werd uiteindelijk in het voordeel van Joesjtsjenko beslecht.

Cederrevolutie (2005): Ook de Arabische wereld kent zijn revoluties. In 2005, na de moord op premier Hariri, leidde de Cederevolutie tot het vertrek van de Syrische troepen uit Libanon. En in januari van dit jaar slaagden de inwoners van Tunesië erin president Zine al-Abidine Ben Ali te verdrijven. Het autocratisch regerende staatshoofd was maar liefst dertig jaar aan de macht geweest.

Tiananmen (1989): Revoluties kunnen echter ook jammerlijk mislukken. De studentenopstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking (Tiananmenplein) werd in juni 1989 bloedig neergeslagen, met honderden doden als gevolg. Ook hier waren, net als in Caïro, ruim een miljoen mensen op de been, maar die massaliteit weerhield de autoriteiten er niet van grof geweld in te zetten.

Groene Revolutie (2009): Dat gold ook voor Iran, dat protesten van de oppositie in 2009 eveneens met harde hand de kop indrukte. De opstand stond te boek als de Groene Revolutie, maar zou uiteindelijk geen echte omwenteling teweegbrengen – laat staan het vertrek van het heersende regime.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer