Prof. Israele: Gebrek aan legitimiteit hét probleem in Midden-Oosten
JERUZALEM – De reden van de onrust in de Arabische wereld is niet de werkloosheid, slechte economie of armoede, maar het gebrek aan rechtsgeldigheid van de regeringen in de ogen van het publiek.
Dat is althans de mening van de islamoloog en Midden-Oostendeskundige prof. Raphael Israeli van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem.
Israeli sprak deze week tot een groep journalisten over de politieke storm die door de Arabische wereld raast. Hij onderscheidt drie soorten regimes in dat gebied. De eerste zijn de monarchieën, waarbij de vorsten de dienst uitmaken. De tweede groep zijn de wat hij noemt „republikeinse monarchieën.” Daarbij trachten de heersers net als in een monarchie het bestuur op hun zoon over te dragen. Dat was in Syrië het geval. President Hosni Mubarak in Egypte probeerde het bestuur eveneens over te dragen aan zijn zoon Gamal.
Deze twee soorten landen houden geregeld verkiezingen, maar ze zijn geen westerse democratieën. In de eerste plaats is het niet zeker dat er op de wettelijk verplichte tijden nieuwe verkiezingen worden gehouden. Het mandaat van bijvoorbeeld Hamas in de Gazastrook en president Mahmud Abbas van de Palestijnse Autoriteit is al verstreken, maar ze zijn nog steeds aan de macht.
In de tweede plaats staan de heersende presidenten niet toe dat anderen zich als kandidaat opwerpen. De oppositie bevindt zich niet in het parlement, om kritiek uit te oefenen op de regering, maar in de gevangenis. In de derde plaats ligt de ultieme macht niet bij het parlement, maar bij de monarch of de presidentieel monarch.
De islamitische regimes vormen de derde variant. Deze komen voor in Iran en Sudan. In Afghanistan maakten de taliban van 1996 tot eind 2001 de dienst uit. „De islamitische partijen zeggen: Soevereiniteit behoort aan Allah. Iemand die zegt dat hij zelf soeverein is, maakt zich schuldig aan blasfemie. Dat Allah soeverein is, houdt ook in dat Allah de beste wetgeving geeft. Als iemand zegt dat hij betere wetten maakt dan Allah, dan is dat opnieuw blasfemie. Allah heeft al in de Koran en de sharia het perfecte systeem van wetten gegeven. Ze stellen voor om van Egypte een sharialand te maken, als Mubarak eindelijk opstapt”, aldus Israeli.
Wat deze regimes met elkaar gemeen hebben, is dat ze in de ogen van de bevolking niet rechtsgeldig zijn. „Het is niet voor niets dat elke Arabische heerser probeert legitimiteit te vinden en te houden. De koning van Saudi-Arabië noemt zichzelf geen koning. Een koning van een land is niet veel bijzonders. Hij noemt zichzelf de curator van de heilige plaatsen Mekka en Medina. Hij hoopt dat hij door een religieuze titel legitimiteit kan houden. De koning van Jordanië houdt legitimiteit omdat Israël hem een religieuze status in Jeruzalem gaf. Hij noemt zichzelf de curator van de heilige plaatsen in Jeruzalem, zoals de al-Aqsamoskee. De koningen van Marokko en Jordanië zeggen bovendien dat ze afstammen van de profeet Mohammed”, legt de Israëlische hoogleraar uit.
De andere leiders proberen ook allerlei redenen te vinden die hun legitimiteit moeten geven, aldus Israeli. Maar ze hebben niet veel te bieden om hun bevolkingen tevreden te stellen.
Islamisten zeggen dat ze een alternatief hebben. „In Syrië, Marokko, Jordanië en zeker in Egypte zijn ze heel sterk, maar de regimes staan hun niet toe zich te manifesteren. Ze vormen namelijk een directe bedreiging voor de heerser. Als er vrije verkiezingen zouden zijn waarbij de mensen zouden kunnen zeggen wat ze willen, dan kozen ze voor de islam. Ze kennen namelijk niets anders.
Als de islamisten de macht hebben overgenomen, komen er niet weer vrije verkiezingen, want dan geldt het principe dat Allah soevereiniteit heeft. Burgers kunnen niet meer vrij kiezen en hun mening geven. Dit is het dilemma waar het Midden-Oosten vandaag voor staat. Ik ben bang dat de Amerikanen dit niet begrijpen, en de Europeanen nog veel minder.”
Professor Israeli beklemtoont dat hij geen voorspellingen wil doen over wat er bij vrije verkiezingen gaat gebeuren.
Wel wijst hij op de ervaringen in het verleden. In 1928 verschenen in Egypte de Moslimbroeders op het toneel. Ze hebben de regimes bedreigd. Ze hebben drie keer geprobeerd president Nasser te vermoorden. Nasser hing in 1966 leider en ideoloog Sayyid Qutb in het openbaar op.
De Moslimbroeders hebben volgens hem hun populariteit mede te danken aan het prachtige en efficiënte sociale stelsel, dat de mensen meer biedt dan wat de regering kan geven. Tijdens de aardbeving in Caïro in 1992 liet de regering het afweten, maar de moslimbroeders zonden hun medische teams, gaven de mensen warme maaltijden en brachten de daklozen naar de moskeeën. We mogen er daarom vanuitgaan dat de Egyptenaren tijdens vrije verkiezingen op vertegenwoordigers van de de Moslimbroeders zullen stemmen.”