De Amerikaanse regering en de Europese Unie beschuldigden elkaar over en weer van staatssteun aan de twee fabrikanten van grote verkeersvliegtuigen, Airbus en Boeing. De WTO is als sinds 2004 bezig met de beschuldiging rond Boeing. De organisatie zond maandag de bevindingen naar de betrokken partijen en wilde hierover verder geen mededelingen doen. Eerder kwamen deskundigen van de WTO al tot de conclusie dat ook bij Airbus sprake was van ongeoorloofde subsidie van Europese regeringen.

Volgens een woordvoerder van Europees commissaris Karel de Gucht (Handel) blijkt uit het oordeel van de WTO dat de handelwijze van de Amerikaanse regering negatieve gevolgen heeft voor de industrie in Europa. Volgens Airbus laat het rapport zien dat Boeing het nieuwe toestel, de 787, niet had kunnen bouwen zonder illegale subsidie en dat de Amerikaanse vliegtuigfabriek ten onrechte vijf miljard dollar van de Amerikaanse belastingbetalers heeft opgestreken. Boeing op zijn beurt ziet het oordeel van de WTO als een overwinning na een juridische strijd van zeven jaar. De meeste klachten van de Europeanen zijn volgens de Amerikaanse vliegtuigfabrikant naar de prullenmand verwezen.