Bleker heeft helemaal niets met ontpolderen
HULST (ANP) – Voor de zomer moet er echt duidelijkheid zijn over de toekomst van de Zeeuwse Hertogin Hedwigepolder. Staatssecretaris Henk Bleker (Natuur) verzekerde de Zeeuwen vrijdag dat het komend halfjaar echt alles uit de kast gaat om „te komen tot een nuchter voorstel voor natuurherstel, zonder dat we deze polder onder water zetten”.
Bleker stelde: „Ik heb helemaal niets met het onder water zetten van landbouwpolders, tenzij het moet voor de veiligheid.” In een ultieme poging wil het kabinet kijken of de door veel Zeeuwen verfoeide ontpoldering nog is te voorkomen. De polder moet onder water worden gezet om natuur te herstellen die onder meer door eerdere verdiepingen van de Westerschelde is aangetast.
Karla Peijs, commissaris van de koningin in Zeeland, is blij dat nog een keer wordt gekeken of er natuurherstel kan plaatsvinden in het gebied, zonder de polder met goede landbouwgrond op te offeren. Ze heeft haar hoop bevestigd op Bleker. „Maar als het nu niet lukt, moet het ook afgelopen zijn. Er moet iets gebeuren. Zo moet het niet doorgaan, tussen hoop en vrees.”
Hoewel ze in Zeeuws-Vlaanderen blij waren met het bezoek van de bewindsman, werd hij verwelkomd met protestborden met daarop teksten als : ‘Red onze polders: Ontpolderen nee’ en ‘Groene rakkers, blijf van onze goeie akkers’. Diverse betrokkenen maakten duidelijk dat Zeeuws-Vlaanderen een unieke streek is, met unieke mensen, tradities en cultuur: „En dat willen we zo houden”, hielden ze hun hoog bezoek voor.
Door zijn bezoek aan de veelbesproken polder staat staatssecretaris Bleker eigenlijk al met 1-0 voor, meende een Zeeuw. Bleker is de eerste verantwoordelijke bewindspersoon die zich officieel laat zien. De Groninger -vertrouwd met het polderlandschap- benadrukte dat hij de Zeeuwen recht in de ogen wil kijken. Ook als hij uiteindelijk moet vaststellen dat er toch geen alternatief is gevonden voor het onder water zetten van de Hedwigepolder, gaat hij dat in Hulst en omgeving zelf uitleggen. „Ik wil degenen die tegen ontpoldering zijn recht in de ogen kunnen kijken, maar ook de natuurorganisaties.”