Kerk & religie

Geld

1 Petrus 4:18

27 January 2011 10:28Gewijzigd op 14 November 2020 13:27

„Indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen?” Er zijn mensen die van hun geld hun mammon maken, de afgod aan wie zij hun hart opofferen. Van zulke zondaren zegt Christus (Lukas 18:24, 25): „Hoe zwaarlijk zullen degenen die goed hebben, in het Koninkrijk Gods ingaan! Want het is lichter dat een kemel gaat door het oog van een naald, dan dat een rijke in het Koninkrijk Gods ingaat.” „Maar wee u, gij rijken; want gij hebt uw troost weg” (Lukas 6:24). Zo is de gierigheid een wortel van alle kwaad. Zij maakt het Woord van God onvruchtbaar en verstikt het goede zaad, zodat het niet opwassen kan. Het hoofd van zulke zondaren is zo vol geldzorgen dat zij nauwelijks aan God en aan de eeuwigheid denken. De gedachten worden daardoor in het gebed verstrooid, zodat men het kortste voor het beste houdt, alleen maar om daarvan ontslagen te raken. De gedachten des doods zijn voor hen verdrietig en de hoop op een lang leven het aangenaamst.

De gierigheid maakt de mensen wrevelig, opgeblazen en vol verbeelding. Nog een punt dat de verdoemenis van de zondaar zo gemakkelijk maakt, is de zorgeloosheid van het menselijke hart.

Coenraad Mel, predikant te Hersfeld

(”De nauwelijks behouden rechtvaardigen”, 1745)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer