Dioxine „gesprek van de dag” op Grüne Woche
BERLIJN – ’s Werelds grootste consumentenbeurs voor landbouwproducten Grüne Woche, die vrijdag in Berlijn begon, wordt overschaduwd door het dioxineschandaal. Dat kan de stemming van de bezoekers echter niet bederven.
Voor de Duitse landbouwminister Ilse Aigner is de opening van de Grüne Woche een welkome afleiding. Op de foto met een Pools volkdansensemble, een slokje uit de bierpul bij de Beierse stand en een stukje kaas knabbelen bij de Nederlandse stand, samen met staatssecretaris Bleker.
De veelgeplaagde minister heeft weliswaar weer een beetje krediet opgebouwd met haar actieplan dat uitwassen met dioxine in veevoer in de toekomst moet voorkomen, maar de crisis is nog niet overwonnen. Nog altijd zijn rond 560 bedrijven uit voorzorg dicht.
Bovendien komen er bijna dagelijks nieuwe feiten boven tafel die de media-aandacht vasthouden. Zo kwam het Duitse tijdschrift Der Spiegel zaterdag met het nieuws dat de Duitse autoriteiten bij het Nederlandse bedrijf Olivet, tussenhandelaar van de verontreinigde vetzuren, nalatigheid vermoeden.
Voor de in groten getale toegestroomde bezoekers van de beurs is dat zaterdag allemaal geen thema. Voetje voor voetje schuiven ze langs de duizenden standjes en podia.
„Hier komen mensen niet naartoe om zich te informeren, maar om een gezellige tijd te hebben. Een verplicht uitje voor veel Berlijners”, zegt Heidi Grunewald, levensmiddelenspecialist bij de Duitse Consumentenbond. Desondanks is het vijfde stapeltje flyers over de risico’s van dioxine dat ze zojuist heeft neergelegd alweer weg.
Slager Ludger Fischer uit Nedersaksen heeft zijn stand volhangen met varkenshammen. Vijf helpers heeft hij om het hongerige publiek bedienen. „Ik kom hier al twintig jaar. De stemming is net zo goed als andere jaren, dioxine is geen thema hier. Maar onder collega’s is de dioxinekwestie het gesprek van de dag.” Hoe langer hij erover praat, des te meer windt Fischer erover op. „Onze gerstoogst gaat in de biogasinstallatie en daarvoor importeren we vetten uit China. Het is van de zotte. Zo gaan we kapot.”
Critici van de huidige grootschalige landbouw hopen dat het dioxineschandaal de aanleiding is voor een hervorming van de sector. Door de grote concurrentie in Duitsland van goedkope supermarkten is de druk erg hoog om goedkoop vlees en zuivelproducten te produceren, wat steeds weer tot uitwassen bij de veehouderij leidt.
Zaterdag gingen daarom tienduizenden mensen in Berlijn de straat op om te demonsteren tegen misstanden in de landbouw. De demonstranten, onder Aigners voorganger Renate Künast van de Groenen, eisten onder meer een stop op genetisch gemanipuleerd veevoer en op megastallen.
Maar ook op de beurs zijn er kritische geluiden te horen, bijvoorbeeld van de conservatieve en christelijke Duitse Boerenbond (DBB). Directeur Kurt-Henning Klamroth van de DBB, tevens melkboer in Westenhausen: „We moeten terug naar een interne kringloop op het bedrijf. Veevoer moet uit de regio komen. Als het dan een keer misgaat, blijven de gevolgen ook regionaal beperkt.”
De DBB is weliswaar de grootste belangenbehartiger van de boeren in de ‘nieuwe’ deelstaten, de voormalige DDR, en Klamroth een vurig redenaar, maar veel gehoor krijg hij niet, ook niet op de Grüne Woche. Een handjevol journalisten is op de persconferentie afgekomen.
Toch heeft Klamroth er vertrouwen in dat zijn partij, de CDU/CSU van minister Aigner, meer oog krijgt voor de belangen van de familiebedrijven en het dierenwelzijn tegenover de grote landbouwbedrijven. „Christelijk zijn betekent dat je handboeien om hebt; je kunt niet allees doen. Ook slachtvee maakt deel uit van de schepping dus moet je daar beschaafd mee omgaan.”
Minister Aigner gaat echter voorlopig niet in op de geluiden om de landbouwsector te hervormen.
„De schuld van het huidige probleem is niet de sector, maar de criminele activiteiten van een enkel bedrijf”, stelt ze.
Voor Aigner geldt dat de veiligheid van de consument het enige is wat telt nu. Over zes weken is de situatie naar verwachting van de Duitse autoriteiten weer genormaliseerd, liet staatssecretaris Bleker zaterdag tegenover de Nederlandse pers weten.