Politiek

Confessionele partijen onder druk

Loopt de christelijke politiek in Nederland op haar eind? De uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar gaf wat dat betreft wel te denken. Het CDA werd bijna gehalveerd. Ook de ChristenUnie verloor.

Dr. C. S. L. Janse
21 January 2011 18:07Gewijzigd op 14 November 2020 13:23
Foto ANP
Foto ANP

Een halve eeuw geleden vormden de confessionele partijen nog de meerderheid in het parlement. Van de 80 zetels die zij in 1963 hadden (50 van de Katholieke Volkspartij en 30 van de protestantse partijen) zijn er nu nog maar 28 over. Nu is er in die tijd in Nederland ook heel wat veranderd. Destijds behoorde 80 procent van de bevolking nog tot een kerk. Nu is dat hooguit 40 procent. Geen wonder dat het kiezerskorps van de christelijke partijen drastisch is teruggelopen.

Weliswaar is het CDA in hoge mate gedeconfessionaliseerd en heeft het zich opengesteld voor moslims, hindoes, cultuurchristenen en wat zich verder maar aandient, maar het is niet eenvoudig om die groepen aan de partij te binden. Lubbers wist in de jaren tachtig veel stemmen te trekken vanwege zijn geslaagde sanering van de economie. Balkenende lukte dat ook bij zijn eerste optreden in 2002. In de verwarring na de moord op Pim Fortuyn leek hij een stabiliserende factor. Maar daarmee waren die kiezers nog geen CDA’ers geworden.

Binnenkerkelijke secularisatie

Behalve de voortdurende groei van de onkerkelijkheid was er de afgelopen jaren ook een omvangrijke binnenkerkelijke secularisatie. Het teruglopende kerkbezoek is daar een indicatie van. Zeker van rooms-katholieken geldt tegenwoordig dat zij qua opvattingen maar weinig afwijken van onkerkelijken. Ook als het gaat om zaken zoals abortus, huwelijk of homoseksualiteit. Vandaar dat steeds minder rooms-katholieken kiezen voor christelijke politiek. Haalde de Katholieke Volkspartij (KVP) in Limburg vroeger 80 à 90 procent van de stemmen, bij de laatste verkiezingen kwam het CDA daar niet verder dan 16 procent.

Nu was in vroeger jaren de massale trouw van de rooms-katholieken aan de KVP en de andere onderdelen van de rooms-katholieke zuil in hoge mate een gevolg van de pressie van de kerk. Het was meer een collectieve dan een individuele binding. Toen de bisschoppen aan het eind van de jaren zestig de gelovigen vrij lieten in hun keuze, zette de afbraak van die zuil spoedig in. Er zijn tegenwoordig niet meer zo veel rooms-katholieken die met overtuiging kiezen voor christelijke politiek.

Interconfessioneel

De ChristenUnie heeft recent haar deuren opengezet voor rooms-katholieken. Op zich een opmerkelijke stap als men bedenkt dat het GPV jarenlang alleen toegankelijk was voor mensen die behoorden tot de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Die overgang van een protestantse naar een interconfessionele partij heeft de ChristenUnie nog geen forse stroom van rooms-katholieke kiezers opgeleverd. In vanouds rooms-katholieke gebieden verloor de partij vorig jaar juist relatief veel.

Alles bij elkaar genomen stemden de meeste protestanten vorig jaar nog wel op een christelijke partij, maar de meeste rooms-katholieken zochten hun heil elders. Nu zijn die niet-confessionele partijen in de loop der jaren verder geseculariseerd.

De tijd is voorbij dat er in de VVD serieus gedebatteerd werd over de vraag of een verwijzing naar de Tien Geboden in het liberale beginselprogram niet op z’n plaats was. De tijd is voorbij dat de PvdA in haar beginselprogram een artikel had staan over huwelijk en gezin dat je zo in het program van de ChristenUnie of de SGP zou kunnen opnemen. Ook de acceptatie van het christelijk onderwijs en van het speciale karakter van de zondag is bij de niet-confessionele partijen duidelijk minder geworden.

Het einde?

Vorige week hield de Vereniging van Christen Historici een congres met als thema: ”Het einde der confessionelen?”. Niet alleen voor CDA’ers is dat een relevant thema. De vraag kan ook gesteld worden wat het einde van het confessionele tijdperk betekent voor partijen zoals ChristenUnie en SGP. Past hun manier van politiek bedrijven nog wel in de huidige politieke constellatie en sluit die nog aan bij de opvattingen van hun achterban?

De forse nederlaag van het CDA heeft men in deze partij uiteraard als schokkend ervaren. Wat was er fout gegaan en hoe moest het verder? Moet de partij haar christelijk imago oppoetsen of is het vooral van belang om kiezers aan te trekken van buiten de slinkende christelijke achterban?

Na de oorlog zijn er in West-Europa tal van christendemocratische partijen opgericht. Een tijdlang namen die zelfs een dominerende positie in. Voor zover ze nog bestaan, hebben ze echter in hoge mate hun christelijke identiteit verloren. Het meest aannemelijk is dat het ook in Nederland die kant uitgaat. Het huidige CDA kan eigenlijk al niet meer als een confessionele partij betiteld worden.

In ieder geval is het confessionele tijdperk in de Nederlandse politiek allang afgesloten. De tijd is voorbij dat de partijen primair werden ingedeeld naar hun levensbeschouwelijke grondslag, waarbij de confessionelen golden als de partijen ter rechterzijde en liberalen en socialisten hun plaats hadden aan de linkerzijde.

Grote verwachtingen

Bij de start van de ChristenUnie hadden sommigen de verwachting dat de nieuwe partij wel tot tien à vijftien zetels zou kunnen uitgroeien. Voordien had ook de RPF al grote verwachtingen van de eigen groeipotentie. Maar vier verkiezingen na de start van de ChristenUnie zit men op hetzelfde niveau als voorheen RPF en GPV samen bereikten. En in de tussentijd zat men er vaker onder dan boven.

Deelname aan het kabinet heeft de ChristenUnie laten zien dat de mogelijkheden om iets van de eigen specifiek christelijke programmapunten te verwezenlijken, gering zijn. Ook in een situatie waarin men je nodig heeft. En in Kamerzetels uitgedrukt leverde de regeringsdeelname geen winst maar verlies op.

In de traditionele achterban (denk aan de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt) is de binding met de ChristenUnie lang niet zo groot als vroeger met het GPV. Het CDA of een niet-christelijke partij geldt in toenemende mate als een reëel alternatief. Prof. G. Harinck is CDA’er en een man als prof. G. J. Schutte ziet zelfs voor deze partij geen toekomst meer.

Dat heeft ongetwijfeld te maken met de politieke ontwikkelingen. Het CDA is niet meer de spil van de Nederlandse politiek. Niet-christelijke partijen geven tegenwoordig de toon aan. Het heeft ook te maken met toenemende individualisering en mondigheid. Mensen zien het behoren tot een bepaald kerkverband niet meer als iets wat hun levensgedrag bepaalt. Meer dan vorige generaties zijn ze geneigd op allerlei terreinen hun eigen weg te kiezen.

Weggroeien

Evenzo heeft deze ontwikkeling te maken met een verder weggroeien van de gereformeerde leer. Die wordt ingeruild voor een meer eigentijdse variant van geloven. Bij een makkelijker godsdienst past ook een makkelijker levensstijl, die meer aansluit bij de brede maatschappij. Vooral geldt dat je elkaar in allerlei dingen vrij moet laten.

Binnen de kerk moet men accepteren dat anderen afwijkende opvattingen over kerkgang en zondagsbesteding hebben en een andere partijkeuze maken dan vanouds gangbaar was. Evenzo is het geen punt om op een niet-christelijke partij te stemmen en daarin actief te zijn, ook al hebben velen in die partij heel andere opvattingen over het homohuwelijk of het christelijk onderwijs. Neem de ander niet de maat en laat hem in zijn waarde!

Als prof. Schutte het huidige Nederland typeert als een christelijk land, is het te begrijpen dat hij de noodzaak van specifiek christelijke partijen niet meer inziet. Men kan dan ook op andere partijen stemmen en daarin participeren. Die komen immers ook voort uit onze joods-christelijke cultuur. Desgewenst kun je daar het humanisme als geestelijke bron aan toevoegen. De verschillen zijn dan allemaal niet zo groot meer.

Wie daarentegen een forse kloof waarneemt tussen Gods geboden en de hedendaagse maatschappij, zal de noodzaak van christelijke politiek hoger aanslaan. Zeker als men beseft dat die geboden niet alleen binnen de kerk, maar ook daarbuiten geldend behoren te zijn. Dan wordt het moeilijk om te stemmen op een partij die daar niet van wil weten en onmogelijk om daarvoor politiek actief te zijn.

Geen absolute kloof

Is er dan een absolute kloof tussen christelijke en niet-christelijke politiek? Zo kan men dat niet stellen. Naar twee kanten niet. Er is bij hen die niet willen weten van het gezag van Gods geboden altijd nog een zeker normbesef. Gelukkig maar, anders zou het menselijk samenleven wel heel moeilijk worden.

Dat je elkaar niet dood mag slaan, wordt gelukkig in brede kring erkend. Al maken helaas velen daarbij voor het ongeboren leven een uitzondering. Maar op een aantal cruciale punten scheiden de wegen. Was er vroeger (om maar iets te noemen) in brede kring nog een zeker besef van de fundamentele betekenis van huwelijk en gezin, thans is dat bij velen verdwenen.

Die groeiende kloof brengt een confessionele partij die aan de Bijbel wil vasthouden, in het isolement. Maar tegelijkertijd maakt dat gegeven ook duidelijk dat het participeren in een niet-confessionele partij voor een Bijbelgetrouw christen geen verantwoorde optie is. Hoe zou hij met een goed geweten verantwoordelijkheid kunnen dragen voor een politiek beleid dat veelszins tegen Gods geboden ingaat!

Overigens zou het onjuist zijn om allerlei concrete standpunten die een christelijke partij in het politieke debat inneemt, heel direct te verbinden aan de Bijbel. Lang niet alle beslissingen van een christenpoliticus komen regelrecht voort uit zijn geloofsovertuiging. Maar de christelijke identiteit is voor hem wel bepalend. Daarom is het ook niet gewenst om zich te presenteren als christelijk sociaal of christelijk conservatief.

Natuurlijk zijn er in de politiek talloze zaken aan de orde die maar zijdelings met die identiteit te maken hebben. Neem bijvoorbeeld het al dan niet zenden van een trainingsmissie naar Afghanistan. Wat bereik je daarmee en wat zijn de risico’s? Wat zijn de gevolgen op korte en lange termijn als je het niet doet? Op die vragen moet je een antwoord zien te vinden. Christelijke politiek veronderstelt ook kennis van zaken en het gebruik van je gezonde verstand.

Maar er zijn ook zaken die christenpolitici bij uitstek ter harte gaan en die voor hen evenzovele breekpunten vormen, althans zouden moeten vormen. Zaken waarvan we vanuit de Bijbel weten dat die heel belangrijk zijn. Wellicht dat die voor veel geseculariseerde christenen hun relevantie verloren hebben. Maar dat is dan voor ons alleen maar een waarschuwend voorbeeld. Als wij in de politiek onze agenda volstrekt laten bepalen door de agenda van de wereld, is er iets wezenlijks verloren gegaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer