Politiek

Rutte in eerste honderd dagen „voorzichtig gestart”

DEN HAAG – Vrijdag zit het kabinet-Rutte/Verhagen precies honderd dagen. Traditiegetrouw hét moment om een eerste balans op te maken. Hoe oordelen buitenlandse journalisten, woonachtig in Nederland, over de start van deze regeringsploeg ?

Redactie politiek
21 January 2011 11:48Gewijzigd op 14 November 2020 13:22
Foto ANP
Foto ANP

Guy Thornton, correspondent voor The Guardian en BBC:

„Mijns inziens doet het kabinet-Rutte het lang niet slecht. Het heeft zaken geagendeerd, zoals het boerkaverbod en het afschaffen van de stadsdelen. Of dat goede plannen zijn, betwijfel ik. Maar dat is een andere zaak.”

Deze regering wil een kabinet voor de gewone man zijn, meent Thornton, die de Nederlandse politiek al vanaf de jaren tachtig volgt. Maar „het is vooral een kabinet voor de werkgevers.”

Wilders, „een vreemde vogel, rechtser dan Fortuyn”, is in Groot-Brittannië zeker bekend, alleen al doordat hij een keer bij de grens is tegengehouden. Maar dat de Britten de PVV als een probleem zien, gelooft Thornton niet. „Die partij zit niet in het kabinet, hè? Dat maakt toch wel verschil.”

In Engeland leeft het fenomeen van de eerste honderd dagen van een regering niet zo. „En nu zeker niet. Mensen zijn meer gericht op het nieuwe fenomeen van een coalitieregering.” Die wending in de Engelse politiek heeft in elk geval één voordeel, meent de journalist. „Krijgen ze eindelijk eens wat meer begrip voor jullie situatie, ha, ha.”


Annette Birschel, correspondente voor diverse Duitse tv- en radiozenders:

„In Duitsland kennen we het fenomeen van de eerste honderd dagen ook wel. Daar hebben we het over ”Schonfrist”; de periode waarin critici en pers het kabinet nog ontzien.”

Op veel visie kan zij het kabinet tot nu toe niet betrappen. „Het is toch vooral bezuinigen. Waar het uiteindelijk met het land heen moet, daar hoor je weinig over. Van Balkenende kun je veel zeggen, maar hij had wél een duidelijke visie.”

Wat haar opvalt aan het kabinet is de prettige manier waarmee Rutte met de pers omgaat. „Hij was de eerste premier die bij zijn aantreden een aparte persconferentie belegde voor de buitenlandse pers. Natuurlijk, daar zat ook de angst achter van onrust in het buitenland, maar toch vond ik dat positief.”

In Duitsland valt het met die onrust overigens erg mee. „Van een minderheidskabinet liggen ze daar echt niet wakker. Daar kennen ze zelf ook het verschijnsel dat ze in hún Eerste Kamer geen meerderheid hebben. Ze kijken wel kritisch naar de PVV, maar het gaat hen toch vooral om de output van het kabinet: Wat gaat het doen in Europa? Gaat het zich achter de dijken verschansen? Hoe stabiel blijft de binnenlandse politiek?”

Enerzijds bestaat er in Duitsland vrees voor het opstaan van „een Duitse Wilders”, anderzijds wordt Nederland als een soort gidsland gezien. „Het debat over de multiculturele samenleving loopt hier al tien jaar, in Duitsland komt het net op gang. Wat kan er van dat kleine buurlandje worden geleerd? Dat is voor Duitsers echt een vraag.”


Maite Rodal, correspondente Spaans persbureau EFE:

„Mij is aan dit kabinet weinig opgevallen. Tijdens de formatie was er veel ophef. Ik had daarom meer polemiek verwacht rond de positie Wilders. Maar dat valt tot nu toe erg mee.”

In de praktijk blijkt de regeringsploeg vooral „voorzichtig te werk te gaan.” De meeste ministers stellen zich „bescheiden” op, vindt ze. Premier Rutte is „nog niet erg aanwezig.” Vicepremier Verhagen springt er voor haar wel uit. „Hij is ervaren en heeft een sterke positie.”

Het beleidsterrein van minister Leers wekt veel belangstelling in Spanje, waar immigratie ook een hot issue is. Daarnaast gaat de aandacht uit naar het rookverbod in de horeca, door Spanje ook net ingevoerd, de missie in Afghanistan en de rol van de PVV. „Het idee van een gedoogpartij die het kabinet wel steunt maar die zelf niet meeregeert, heb ik goed moeten uitleggen. Dat concept kennen wij in Spanje niet.”

Een minderheidskabinet is in haar vaderland ook een onbekend fenomeen. „Ik vertel dan dat het kabinet moet samenwerken met de oppositie om te kunnen regeren. Maar dat past ook wel bij de Nederlandse traditie van polderen en overleggen.”

Aan de eerste honderd dagen van het kabinet besteedt ze geen speciale aandacht. In Spanje is dat ook niet gebruikelijk. „Na zo’n korte periode valt er nog niet veel te evalueren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer