„Christen moet meer doen voor vervolgden”
DE MEERN – Christenen in Nederland luisteren beleefd naar verhalen over christenvervolging. Maar ze komen er te weinig tegen in het geweer. Een gevluchte Irakees uitte die kritiek donderdagavond tijdens een SGP-bijeenkomst in De Meern.
De Guido de Brès Stichting, het wetenschappelijk instituut van de SGP, en de Tweede Kamerfractie van de partij organiseerden donderdag een bijeenkomst om aandacht te vragen voor christenvervolging wereldwijd. Aanleiding vormde een notitie die de fractie vorige maand heeft overhandigd aan minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken. Daarin stelt de SGP vast dat er in de Nederlandse politiek en in de Europese Unie te weinig aandacht is voor christenvervolging.
Tijdens de bijeenkomst in het AC-vergadercentrum in De Meern spraken onderzoeker Ane Mulder van Open Doors, de Iraakse oud-hoogleraar B. Jona en SGP-Kamerlid Van der Staaij.
Met behulp van een video liet Mulder zien hoe de situatie van christenen in Eritrea is. Zij worden door de regering gedwongen hun geloof af te zweren. Daarna schetste hij achtergronden die een rol spelen bij vervolging. Vaak heeft christenvervolging volgens hem te maken met de economie en de politieke situatie in een land.
Mulder schetste een patroon zoals dat beschreven is door Open Doorsmedewerker Ron Boyd-MacMillan. Deze noemt terugkerende elementen in landen waar sprake is van vervolging. „Er moet sprake zijn van een machtsvacuüm, een sterke man, een leugen die groter gemaakt wordt dan hij in werkelijkheid is, aanhang die ontstaat in de samenleving en ten slotte keert de bevolking zich tegen christenen.” Dit patroon is volgens Mulder in onder meer het Midden-Oosten volop zichtbaar.
Ook de vrijheid van christenen in het Westen staat onder druk, stelde hij. „Religie wordt in de samenleving gemarginaliseerd. In het Verenigd Koninkrijk zie je dat sterk. Oorzaken zijn het gelijkheidsbeginsel, multiculturalisme en de secularisatie.”
De gevolgen van het gelijkheidsbeginsel zijn volgens de Open Doorsstafmedewerker in Nederland het sterkst te zien bij de rechterlijke uitspraken rond de vrouwenkwestie in de SGP. „De wet zegt: Je mag geloven wat je wilt, maar de samenleving bepaalt wat je ermee mag doen. De jurisprudentie die hieruit volgt, zal verstrekkend zijn.”
Mulder signaleert dat de invloed van christenen in de samenleving afneemt. „Er ontwikkelt zich een antichristelijk klimaat. Engeland kent om die reden zelfs al een instituut dat christenen die vanwege hun geloof voor de rechter komen, juridisch ondersteunt.”
De uit Irak gevluchte B. Jona ziet vijandigheid vanuit de islam als belangrijkste reden waarom christenen in zijn geboorteland worden vervolgd. „De huidige regering wil de islam aan iedereen opleggen. Wie geen moslim is, is tweederangsburger. Christenen moeten een soort beschermingsbelasting betalen van wel 200 dollar per persoon om niet vermoord te worden. Doe je dat niet, dan is vluchten de enige oplossing.”
Jona pleit ervoor dat westerse landen en christenen veel meer van zich laten horen. Ook moeten Nederlanders oppassen dat de islam in Nederland niet te vaste voet aan de grond krijgt, aldus de Irakees. Volgens hem kunnen rijke islamitische landen meer vluchtelingen opvangen, maar laat Nederland kritiekloos deze mensen naar ons land komen.
Het urgentiegevoel dat Jona beschreef waarom christenen in actie moeten komen, is voor de SGP juist de reden om nu aandacht te vragen voor vervolgde christenen, zei fractievoorzitter Van der Staaij in zijn referaat. Hij riep kerken en maatschappelijke organisaties ertoe op om ook van zich te laten horen. Minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) beloofde de SGP al om op korte termijn te reageren op de acties die de partij voorstelt.
Volgens Van der Staaij moet de regering landen die daarvoor gevoelig zijn, laten merken dat de slechte positie van christenen Nederland hoog zit. „Niet alleen na incidenten.” Ontwikkelingssamenwerking en handelsrelaties kunnen zo nodig ter discussie worden gesteld, aldus de SGP-voorman. „Bij mijn bezoek aan een koptische kerk kreeg ik onlangs te horen dat het wat dat betreft te lang stil is geweest vanuit Nederland.”