De oproep van de Hongaarse premier Viktor Orban om een onderscheid te maken tussen het EU-programma van zijn regering en wat hij beschouwt als een interne Hongaarse gelegenheid, had geen effect. Een meerderheid in het Europarlement wil dat de mediawet zo snel mogelijk van tafel gaat, zo lieten de fracties blijken.

De wet werd op 1 januari van kracht, op dezelfde dag dat voormalig Oostblokland Hongarije roulerend voorzitter werd van de EU. Er staat onder meer in dat een toezichthouder hoge boetes kan opleggen aan media die niet objectief berichten. Verantwoordelijk eurocommissaris Neelie Kroes heeft al diverse malen haar zorgen geuit over deze regelgeving. Ze betwijfelt of die in overeenstemming is met EU-bepalingen over onder meer vrijheid van meningsuiting. Kroes heeft aangekondigd snel met een oordeel te zullen komen.

Zolang dat er nog niet is, heeft een plenair debat in het Europarlement over de wet weinig zin, vond de christendemocratische EVP, de grootste fractie in het Europarlement. Ook de sociaaldemocratische fractie (met de PvdA) zei een debat prematuur te vinden.

Andere fracties twijfelen echter over de motieven van met name de EVP (waarvan ook het CDA deel uitmaakt). Volgens Judith Sargentini van GroenLinks proberen de christendemocraten alleen maar hun politieke geestverwanten in Boedapest uit de wind te houden. Sargentini verwijt de socialisten dat zij niet wilden meewerken aan een resolutie tegen de Hongaarse mediawet.

De socialistische fractieleider Martin Schulz vroeg Orban woensdag overigens wel om het oordeel van Kroes niet af te wachten, maar de wet meteen van tafel te halen. Die spoort volgens hem niet met „de Europese rechtsgemeenschap” en tast bovendien het prestige van het Hongaars EU-voorzitterschap aan.

Orban leek niet onder de indruk. In het debat over het Hongaars EU-voorzitterschap wees hij erop dat zijn regering democratisch gekozen is en dat hij „niet tolereert dat het Hongaarse volk wordt beledigd” met kritiek die op onjuiste feiten berust.