Dit jaar besluit extra oeververbinding haven
ROTTERDAM (ANP) – Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur) wil eind dit jaar een voorkeursbesluit nemen over een nieuwe westelijke oeververbinding voor de Rotterdamse haven, in overleg met de betrokken overheden in de regio. Dat zei ze maandag tijdens het jaardiner van de havenondernemersvereniging Deltalinqs.
De nieuwe oeververbinding moet volgens Schultz voldoende draagvlak in de regio hebben en de financiering moet in orde zijn. Een deel van het geld moet opgebracht worden door bedrijven zelf. De oeververbinding moet de bereikbaarheid van Rotterdam „structureel op een hoger plan brengen”, aldus de minister.
Schultz zei verder ervan uit te gaan dat het derde spoor Emmerich-Oberhausen er gewoon komt. „Over de timing van oplevering zullen we nog wel wat discussie hebben.”
Daarnaast zei de minister zich zorgen te maken over de arbeidsmarkt in Rotterdam. „We moeten waarborgen dat Rotterdam in alle opzichten aantrekkelijk blijft.” Dat betekent volgens haar onder meer investeren in onderwijs en innovatie.
Schultz liet verder weten wel brood te zien in een koepelvergunning voor de Tweede Maasvlakte, iets wat president-directeur Hans Smits van het Havenbedrijf Rotterdam al langer nastreeft. Om het bouwplan goedgekeurd te krijgen, doorliep het Havenbedrijf allerlei ingewikkelde procedures. Volgens Schultz vermindert een gezamenlijke vergunning voor het hele gebied de rompslomp voor bedrijven. De minister nodigde havenondernemers uit om met een voorstel te komen waarin alle belangen goed zijn geborgd. „In dat geval biedt de Crisis- en herstelwet mogelijk kansen.”
Daarnaast onderzoekt Schultz de haalbaarheid van windturbines op de zeewering van de Tweede Maasvlakte. De eerste resultaten daarvoor worden in februari verwacht. „Dan hoop ik snel met u de volgende stappen te kunnen zetten.”
Schultz sprak zich positief uit over de initiatieven van president-directeur Hans Smits van Havenbedrijf Rotterdam en gedelegeerd bestuurder Eddy Bruininckx van het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen om nauwer samen te werken, „onder meer bij het versterken van knooppunten in het achterland”. Volgens haar is het een „strategische stap die getuigt van ambitie, en een mooie aanvulling op de samenwerking tussen de Nederlandse zeehavens”.