Alicia aan het woord
Op de begrafenis mocht ze niet komen, maar ze kreeg wel een zesde van de erfenis. In weekblad Libelle van deze week vertelt Alicia, een van de buitenechtelijke dochters van prins Bernhard, openhartig over haar ‘geheime’ bestaan.
De prins onthulde het bestaan van Alicia in een interview dat na zijn overlijden op 1 december 2004 in de Volkskrant werd gepubliceerd. Het was de tweede keer sinds de onthulling dat Alicia met journalisten sprak. In het interview met Libelle zegt ze onder andere dat ze onlangs een ernstige vorm van kanker heeft overleefd en dat ze tijdens haar ziekte niets van haar halfzussen heeft gehoord.
Ook vertelt ze over de afwikkeling van de erfenis van prins Bernhard in 2007. Die is gelijk verdeeld over alle dochters. Alicia zelf, Alexia –een andere buitenechtelijke dochter van Bernhard– en koningin Beatrix en de prinsessen Margriet, Irene en Christina ontvingen ieder een zesde van Bernhards vermogen. Van die erfenis heeft Alicia de laatste jaren kunnen leven.
Journaliste Astrid Theunissen bezocht Alicia twee jaar na de dood van prins Bernhard in haar huis in de Amerikaanse staat Californië. Daarna ontstond een vriendschap. Deze winter sprak Theunissen Alicia voor de vierde keer en schreef voor weekblad Libelle over hun ontmoetingen.
Alicia werd in 1952 geboren in San Francisco, haar ouders leerden elkaar kennen in 1951 in Mexico-stad, waar Alicia’s moeder woonde. Alicia kwam regelmatig in de vakantievilla van de Oranjes in het Italiaanse Porto Ercole.
Ze spreekt in het interview ook over haar halfzussen. Met prinses Christina heeft ze eens in de tuin gewerkt van villa De Gelukkige Olifant. De andere halfzussen heeft ze één keer in Nederland gezien. Over Juliana zegt ze: „Een lieve vrouw, en heel gewoon. Ze hield ervan om met de fiets naar de markt te gaan in Italië. Ik ben wel eens met haar meegegaan.”
Op de laatste dag van november 2004 werd Alicia wakker gebeld. Haar vader was stervende. „Ik vertrok onmiddellijk, maar bij mijn aankomst lag hij al opgebaard.” De begrafenis mocht ze niet bijwonen.