Netwerkdag: heeft confessionele partijvorming nog zin?
UTRECHT – Heeft confessionele partijvorming nog zin of moeten christenen hun invloed aanwenden in niet-christelijke partijen?
Dat was een van de kernvragen die vrijdag centraal stonden tijdens een netwerkdag van de Vereniging van Christen Historici (VCH) in Utrecht. Aanleiding voor het zoeken naar een antwoord op deze vraag was de dreun die het CDA kreeg bij de verkiezingen 9 juni vorig jaar. Toen verloor de partij 20 van de 41 Tweede Kamerzetels. De drie christelijke partijen bezetten momenteel 28 van de 150 zetels. In 1990 waren dat er zestig en in 1965 nog tachtig.
Prof. dr. Gerrit Schutte, hoogleraar geschiedenis van het Nederlands protestantisme aan de VU te Amsterdam, vindt dat er anno 2011 „geen basis meer is” voor confessionele partijen. „We zijn één staat, één natie. Er zijn geen groepen meer. We zijn een christelijk land.”
In deze krant pleitte de hoogleraar, die gereformeerd vrijgemaakt is en sympathiseert met de ChristenUnie, vijf jaar geleden nog voor een soort Gereformeerde Bond in het CDA waarin CU en SGP zouden kunnen opgaan. Vrijdag repte hij daar niet over.
Omgekeerde opvoeding
Dat er geen basis meer is voor confessionele politiek, leidt Schutte (70) voor een deel af van de gang die zijn kinderen en kleinkinderen maken. Die zien ruimte om te participeren in niet-christelijke partijen.
„Dat noem ik een omgekeerde opvoeding”, zo sombert een van de aanwezigen tijdens de pauze. „Blijkbaar kan Schutte zijn kinderen niet meekrijgen in de weg die hij ze voorging en volgt hij de gang van zijn kinderen.”
Prof. dr. R. Kuiper, bijzonder hoogleraar wijsbegeerte en ChristenUniesenator, is het ook niet met Schutte eens. Om zijn betoog kracht bij te zetten toonde hij een verkiezingsaffiche van de RPF uit 1977. Toen redde de partij het net niet, maar dertig jaar later nam de partij, die in 2000 met het GPV opging in de ChristenUnie, wel deel aan de regering.
„Met beginselpartijen gaat het nog niet zo slecht”, zo stelde de ChristenUniepoliticus. Hij citeerde vervolgens de oprichter van de ARP, Abraham Kuyper, over zijn diepste drijfveer: „Heel mijn volk en vaderland weer gelukkig te maken door het terug te lokken naar die enig betrouwbare paden des levens, die voor mij afgetekend liggen in de ordinantiën Gods.” Roel Kuiper was het daar roerend mee eens: „Dat is het hart van de beginselpolitiek.”
Liberaal en christelijk
Iemand die ook niet negatief is over christelijke politiek is Fleur de Beaufort, medewerkster van de Teldersstichting, het wetenschappelijk instituut voor de VVD. Ze verwacht dat de christelijke partijen wel kleiner worden, maar De Beaufort heeft er geen afkeer van. Integendeel: „Als liberaal juich ik toe dat er confessionele politiek is.” Maar ze tekende er vrijdag wel bij aan dat christenen niet alleen in christelijke partijen actief zijn. VCH-voorzitter Beatrice de Graaf verklapte daarop dat De Beaufort zelf ook vanuit een christelijke inspiratie werkt.
Kuiper gaf tijdens het forumdebat aan dat de verticale verzuiling, waarbij mensen volgens hun levensbeschouwing zijn georganiseerd, onder druk staat, maar dat er ook nieuwe vormen van maatschappelijke betrokkenheid komen. Als voorbeeld noemde hij de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), als gevolg waarvan christenen en niet-christenen actief zijn. „Daar moet de christelijke politiek het van hebben, niet van de staat, niet van de markt, maar van verantwoordelijke mensen.”