EU zoekt nog strategie Wit-Rusland
BRUSSEL – De Europese Unie zoekt naarstig naar een geloofwaardige opstelling tegenover buurland Wit-Rusland. Niet dat de EU eraan twijfelt dat de verkiezingsuitslag van 19 december gestolen is, maar zij weet nog niet welke concrete stappen op dit moment wijs zijn.
Het is het klassieke dilemma van het gebruik van de wortel en de stok. Moet de Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko klappen krijgen, of is het beter hem aan te halen?
Op 19 december haalde Loekasjenko 80 procent van de stemmen voor een vierde ambtstermijn. Internationale waarnemers noemden de verkiezingen echter oneerlijk. In reactie daarop werd de permanente delegatie van de OVSE uit de hoofdstad Minsk weggejaagd.
Zo ging de president ook om met de tegenkandidaten voor het presidentschap. Zeven van de negen opponenten kwamen in de cel, alsmede ruim 700 burgers die tegen de uitslag protesteerden. De meesten zitten nu nog in detentie.
Andere leden van de oppositie werden ondervraagd en geïntimideerd. Ook enkele leden van de Wit-Russische christendemocraten –die in Nederland contacten hebben bij christelijke partijen– werden voor verhoor meegenomen door de geheime dienst KGB, aldus de website van de BCD. Volgens mediaberichten wordt er in gevangenissen op grote schaal gemarteld.
Op 31 januari moeten de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU een besluit nemen over de kwestie. In die ruim twee weken moet er dus nog veel gebeuren om tot een conclusie te komen.
Diverse regeringen hebben trouwens als een standpunt ingenomen. Een roep om sancties klinkt uit Berlijn en Warschau. Maar uit Rome kwam juist het signaal dat de Italianen liever met Minsk in gesprek blijven.
Ook in het Europees Parlement benadrukken alle betrokkenen dat ze zich nog oriënteren. Gisteren hield de buitenlandcommissie in Brussel een eerste hoorzitting over de kwestie, waarbij ook leden van de oppositie aanwezig waren.
Het woord sancties valt in het EP ook, getuige een ontwerpresolutie die in de christendemocratische fractie circuleert. „Er moet massieve druk op Wit-Rusland komen”, benadrukt CDA-parlementariër Oomen.
In de tekst die zij volgende week in stemming brengt, worden nieuwe verkiezingen geëist, uiteraard met vrijlating van alle politieke gevangenen. Zolang niet aan de eisen is voldaan, vraagt Oomen een EU-reisbeperking voor Wit-Russische ambtenaren.
Ook CU-parlementariër Van Dalen vraagt om meer „druk” op het „onmenselijke” regime. „De EU moet de Wit-Russen ondersteunen om vrij te geraken.”
Een woordvoerder van de liberale fractie uit zich voorzichtiger. „We gaan er in elk geval geen raket op afsturen.” Reisbeperkingen vinden de liberalen nog acceptabel, maar zodra er economische aspecten aan de sancties zitten, weifelen de liberalen. „Die raken vooral de burgerbevolking. Het gaat voorlopig om het uiten van verontwaardiging. Dat is ook diplomatieke druk.”
Ook de Nederlandse SGP’er Belder ziet een groot nadeel aan een te harde opstelling tegenover Wit-Rusland. „Je wilt het land niet in de handen van Rusland drijven. Het land kan twee kanten uit. Maar het beperken van reismogelijkheden is zeker een optie.”
Grote broer Rusland is geen lid van de Europese Unie, maar wel van de grotere Raad van Europa. Dat is een samenwerkingsverband van 47 Europese landen op het gebied van mensenrechten.
De Nederlandse CDA’er Omtzigt, lid van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa, werft daar momenteel steun voor een „breed ondertekende” resolutie. „Het zou prachtig zijn als Rusland en Oekraïne ons helpen de verkiezingen in Wit-Rusland te veroordelen. Het lidmaatschap van die twee landen is de grote meerwaarde van de Raad van Europa boven de Europese Unie.” Omtzigt twijfelt eraan of Moskou groot strategisch belang hecht aan Wit-Rusland. „Dat is niet te vergelijken met Oekraïne.”
Belder zoekt in zijn contacten met deskundigen en leden van de oppositie naar „aanknopingspunten” bij het regime zelf om een uitweg te vinden. „Verder moeten we hervormingsgezinde en democratische krachten steunen, op zo’n manier dat ze intern geen vijfde colonne worden.”