Het nieuwe aantal werd gisteren genoemd door de Haïtiaanse premier Jean-Max Bellerive op een persconferentie precies een jaar na de beving.

De doorgaans drukke straten van de hoofdstad waren gisteren uitgestorven. Winkels sloten hun deuren en Haïtianen liepen in plechtige processies naar kerken. Daar werden diensten gehouden om de ergste natuurramp in de geschiedenis van het land te herdenken.

Veel mensen droegen witte kleding, een kleur die in het land wordt geassocieerd met de rouw, en zongen psalmen terwijl ze langs ingestorte gebouwen en bergen puin liepen.

De puinhopen rond de kathedraal in Port-au-Prince zijn inmiddels een belangrijk symbool geworden van de ramp die het straatarme land overkwam.

De nationale televisie zond al vanaf de vroege ochtend beelden uit van de aardbeving. Dinsdag waren al de eerste herdenkingen, onder meer bij een massagraf. President René Préval legde bloemen en kransen bij een eenvoudig zwart kruis.

Herdenkingen werden onder anderen bijgewoond door de Amerikaanse oud-president Bill Clinton, een van de coördinatoren van de hulp. Hij zei gefrustreerd te zijn over de traagheid van de hulpverlening, maar het gaat wel iets beter. De VN noemen het herstel van Haïti een absolute prioriteit voor 2011.

Paus Benedictus XVI benoemde gisteren een opvolger van de aartsbisschop die bij de beving was omgekomen.

Internationale donoren hebben bijna 7 miljard euro beloofd om Haïti te helpen herstellen, maar daarvan heeft nog weinig het land bereikt. Bij de plaatselijke bevolking bestaat veel scepsis over beloften van wederopbouw.

Volgens hulporganisaties is slechts 5 procent van het puin op het eiland opgeruimd. De hoofdstad ligt nog steeds bezaaid met zo’n 20 miljoen kuub beton en verwrongen staal. Bovendien leven naar schatting nog altijd een miljoen mensen in de 1200 tentenkampen die na de beving in alle haast werden opgericht.