Politie Rio de Janeiro maakt korte metten met misdadigers
De politie van Rio de Janeiro heeft een offensief ontketend tegen de drugsmaffia van de stad in een ultieme poging om greep te krijgen op de georganiseerde misdaad. Inmiddels zijn twee krottenwijken die voor de onderwereld als uitvalsbasis dienden, bezet door een grote politiemacht.
Van de week drongen zwaarbewapende agenten, bijgestaan door helikopters en pantservoertuigen, het Complexo do Alemao binnen nadat criminelen uit deze buurt twee agenten hadden doodgeschoten tijdens een vuurgevecht met de politie. Eerder was ook de sloppenbuurt Complexo do Mare, waar ongeveer 160.000 mensen onder erbarmelijke omstandigheden wonen, overgenomen. Gouverneur Rosinha Matheu van de deelstaat Rio de Janeiro verzekerde dat de politie voor „onbepaalde tijd” in de stadsdelen zal blijven en hier „korte metten” zal maken met misdadigers.
In normale tijden laat de politie zich zelden zien in de sloppenbuurten van de Braziliaanse strandstad. De tegen berghellingen aangeplakte stadsdelen zijn van oudsher het domein van misdaadbendes die zich toeleggen op de handel in verdovende middelen en daarbij geen pottenkijkers dulden. Een verslaggever van Braziliës televisienetwerk Globo moest eind vorig jaar zijn navorsingen inzake de onderwereld van het Complexo Alemao met de dood bekopen.
Jarenlang beperkten de criminelen hun activiteiten tot de armenbuurten en was er sprake van een soort machtsevenwicht tussen de onderwereld en de politie. Die balans is verstoord sinds de drugsbendes vorig jaar besloten de berghellingen af te dalen op zoek naar meer lucratieve afzet- en afpersmarkten in Rio de Janeiro’s betere wijken.
Directe aanleiding tot de gebiedsuitbreiding van de narco-criminelen was de arrestatie van maffiabaas Fernando Beira-Mar en diens opsluiting in een hermetisch bewaakte strafgevangenis waaruit hij met geen mogelijkheid kon ontsnappen. Deze vermeend „inhumane behandeling” van hun gevallen leider resulteerde in een grootschalig offensief van de drugsbendes, die hun leden massaal de stad in stuurden om de bevolking te terroriseren met bom- en moordaanslagen.
Een dergelijk escalatie van het misdaadgeweld doet zich thans opnieuw voor in Rio de Janeiro. Criminelen met automatische wapens namen zondag verschillende toeristenhotels langs de stranden van Copacabana en Ipanema onder vuur. Ook vond er een overval plaats op een wapenarsenaal van de luchtmacht nabij de internationale luchthaven. De bewakers van de militaire opslagplaats wisten de aanval ternauwernood af te slaan.
Met hun aanvallen willen de misdaadbendes louter hun tanden laten zien. Het reeds forse aantal bankovervallen, straatroven en inbraken is de afgelopen weken volgens politiecommandant Renato Hottz niet noemenswaardig toegenomen. „De criminelen proberen ons alleen te intimideren en willen laten zien dat zij straffeloos hun gang kunnen gaan in de benedenstad”, aldus de hoofdcommissaris.
Inmiddels zijn de toeristische trekpleisters van Rio de Janeiro onder verscherpte politiebewaking geplaatst. Maar volgens het verkeersbureau van de stad is het kwaad al geschied en hebben de grote hotels de afgelopen dagen honderden afzeggingen ontvangen van eerdere boekingen.
Het aanhoudende geweld en het ogenschijnlijke timide antwoord hierop van de politie hebben het leven in Rio de Janeiro inmiddels danig ontregeld. Twaalf particuliere scholen moesten hun leerlingen vorige week naar huis sturen na dreigementen van criminelen. Ook verschillende universiteiten moesten hun colleges staken uit angst voor bomaanslagen. In verschillende delen van de stad houdt de middenstand winkels gesloten om het door criminelen aangemoedigde plunderen te verhinderen.
Het verkeer over de 6 kilometer lange brug die Rio de Janeiro verbindt met de stad Niteroi aan de andere kant van de Guanabarabaai, is de afgelopen weken bijna gehalveerd. „Steeds minder mensen durven de oversteek naar Rio te maken”, vertelt Francisco Carlos Silva van de verkeerspolitie.
Veel automobilisten mijden ook de twee grote ringwegen om de stad, uit vrees om tijdens verkeersopstoppingen weerloos ten prooi te vallen aan overvallers uit de krottenbuurten aan weerszijden van de snelwegen. Om dezelfde reden deelt de politie geen bekeuringen meer uit voor het negeren van rood licht. Commissaris Hottz oogstte amper opzien met zijn bekentenis dat hij zelf ook zelden voor rood stopt. „Dat is haast vragen om problemen”, verzuchtte de politiechef. Als het eenmaal donker is, waagt al bijna niemand zich meer in een auto. Dat dwong verschillende luchtvaartmaatschappijen ertoe om hun laatste vluchten naar Rio’s luchthaven te schrappen of te laten landen voor tien uur ’s avonds, het tijdstip waarop de meeste wegen en avenues van de stad er al spookachtig verlaten bij liggen.
Bijna de helft van de chauffeurs van vrachtwagens en intercitybussen weigert inmiddels om Rio binnen te rijden via de zogeheten Rode Lijn, een modern complex van uitvalswegen ten zuidenwesten van de stad. Deze snelweg voert langs de Baixada Fluminense, een even uitgestrekte als troosteloze aaneenschakeling van krottenbuurten en een broedplaats van misdaad.
Met de bezetting van de krottenbuurten Alemao en Mare stapt Rio’s politie af van zijn eerdere beleid om het vertrouwen van de plaatselijke bevolking te winnen met lichtgewapende patrouilles door buurtagenten. De beide overnames van de afgelopen dagen gingen gepaard met veel machtsvertoon. „Helaas blijkt de onderwereld alleen de taal van wapens te verstaan en kunnen wij niet langer tolerant zijn”, stelt korpscommandant Hottz.
Oud-gouverneur Anthony Garotinho, echtgenoot van de huidige gouverneur, meent dat de situatie aan de stad inmiddels aan de controle van de overheid is ontsnapt. „Er heerst een klimaat van paniek en angst in de stad die niet alleen het gewone dagelijkse leven welhaast onmogelijk maakt, maar ook de regionale economie ontwricht”, aldus Garotinho.
Garotinho, een presbyteriaan en gematigd socialist, is onlangs benoemd tot veiligheidstopman in Rio. Bij zijn ambtsaanvaarding verklaarde Garotinho geen corrupte politiemensen te zullen tolereren en vroeg hij de medewerking van de burgers bij de strijd tegen de georganiseerde misdaad in Rio.
Ds. Alves, Braziliaans columnist van deze krant, schreef na de presidentsverkiezingen over Garotinho: „Nooit eerder had Brazilië een presidentskandidaat gehad die beleed een wedergeboren christen te zijn, die trouw naar de kerk ging, zondagsschoolleider was en meewerkte aan een adviesbureau voor echtparen.”
De federale regering in het verre en iets veiligere Brasilia geeft ondertussen geen gehoor aan de smeekbeden uit Rio om steun van het leger bij de handhaving van de openbare orde. Minister Thomas Bastos van Justitie legde desgevraagd uit dat het leger constitutioneel geen politietaken op zich kan nemen.
Woordvoerders van president Lula da Silva zeggen begrip te kunnen opbrengen voor de stroom verzoeken om militaire hulp uit Rio de Janeiro, maar lieten doorschemeren hieraan geen gevolg te kunnen geven, om het leger te behoeden voor de bijna ongebreidelde corruptie die de misdaadbendes veroorzaakten bij Rio’s politie. „Wij voelen er niets voor om ons leger te laten corrumperen door deze onderwereld”, aldus een zegsman van de president. Rio de Janeiro staat er dus alleen voor. Volgens gouverneur Rosinha Matheu zal „het goede” uiteindelijk zegevieren. Maar hoelang de inwoners van de stad hierop moeten wachten kon zij niet vertellen.