„Zoals dit is gegaan, mag nooit weer”, aldus de VVD (Janneke Snijder). Kadija Arib (PvdA): „Bij zo’n gedegen rapport als dat van de commissie-Van Dijk verwacht je toch dat het kabinet aangeeft hoe ze de aanbevelingen gaan uitvoeren. Maar het wordt afgedaan met vage toezeggingen.”

Schippers stelde woensdag dat de commissie de vinger op veel zere plekken legt en dat „ook de overheid moet leren”. „We verwachten effectiever te kunnen werken, maar het zal helaas niet feilloos zijn.” Volgens de bewindsvrouw wordt informatie nu al beter uitgewisseld. Lokale GGD’s moeten nu ook worden geïnformeerd als er een besmettelijke dierziekte als de Q-koorts is. De overheid gaat ook eerder communiceren, „ook als er onzekerheden zijn en we het niet weten”.

De Q-koorts stak in 2007 in delen van Noord-Brabant de kop op en is bij vierduizend mensen vastgesteld; vijftien mensen met Q-koorts overleden. Om de uitbraak in te dammen, zijn sinds eind december 2009 ruim 50.000 drachtige melkgeiten gedood. Dit om te voorkomen dat de Q-koortsbacterie in grote aantallen kon vrijkomen bij een miskraam.

De commissie-Van Dijk vindt het beter als de minister van Volksgezondheid in dit soort crises de leiding zou krijgen en de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) los zou komen te staan van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I).

CDA en VVD vinden wel dat de communicatie tussen de betrokken ministeries beter moet. Maar ze willen niet zo ver gaan om de minister van Volksgezondheid te laten ingrijpen op het terrein van Landbouw. Ook Schippers vindt de gezondheid heel belangrijk, maar zo werkt het niet, hield ze de Kamer voor. Alle kennis moet bij elkaar worden gebracht en samenwerking is cruciaal, aldus de bewindsvrouw. D66 is wel voor het principe: één kapitein op het schip. En denk vooral ook na over bufferzones met een minimumafstand tussen megastallen en woongebieden, aldus Stientje van Veldhoven (D66).