„Op het laatst vluchtten we elke nacht”
De ontvoerders van de zeventien westerse toeristen die dinsdag door het Algerijnse leger werden bevrijd eisten losgeld en trokken onophoudelijk met hun gijzelaars door de Sahara. Dat heeft een van de bevrijde westerlingen, de Oostenrijker Gerhard Wintersteller, gezegd in een interview voor de Duitse televisie.
Wintersteller keerde woensdagavond terug naar huis, evenals de negen andere Oostenrijkers, zes Duitsers en de Zweed die ook werden bevrijd. De vreugde om hun terugkeer werd overschaduwd door de toenemende bezorgdheid over het lot van nog eens vijftien Europeanen, onder wie een Nederlander, die nog altijd worden vastgehouden in de Algerijnse Sahara.
De 63-jarige Wintersteller omschreef de ontvoerders als „onvervalste islamitische terroristen.” „Ze baden elke dag en zeiden tegen ons dat ze van Algerije een islamitische staat wilden maken en de regering omver wilden werpen”, zei hij. Toch eisten ze volgens hem slechts losgeld, om wapens te kunnen kopen, en stelden ze geen politieke eisen.
Volgens het Algerijnse leger behoorden de ontvoerders tot de Salafisten Groep voor Prediking en Strijd (GSPC), een van de twee grootste islamitische rebellengroepen in Algerije.
Wintersteller en zijn gezelschap, die in vier auto’s door de woestijn trokken, werden ontvoerd toen ze waren gestopt om te praten met een stel Duitsers dat van de andere kant kwam aanrijden.
„We schrokken enorm. Toen we stopten sprongen er acht terroristen tevoorschijn, die hun kalasjnikovs op ons richtten”, aldus de Oostenrijker. „We moesten op de grond gaan liggen en ze trokken de autosleutels uit onze handen.”
Uit vrees voor de veiligheid van de overgebleven gijzelaars wilde Wintersteller niet vertellen hoe hij en de anderen door hun ontvoerders werden behandeld en hoe de bevrijding in z’n werk ging. Wel wilde hij kwijt dat ze sinds het begin van hun ontvoering, eind februari of begin maart, vrijwel voortdurend door de woestijn trokken, van schuilplaats naar schuilplaats. Dat gebeurde ’s nachts, in het donker. In het begin hielden ze zich vier of vijf dagen op dezelfde plek schuil, maar naarmate de ontvoerders meer het gevoel kregen dat het leger hen op de hielen zat werden die periodes steeds korter. „Op het laatst vluchtten we elke nacht. Onze schoenen hingen aan flarden en we waren aan het eind van onze lichamelijke krachten”, aldus Wintersteller.
Onder familieleden van de vijftien gijzelaars die nog vastzitten is de angst sinds de bevrijdingsactie alleen maar toegenomen.
„Wat voor hun families goed nieuws is maakt het voor de andere gijzelaars alleen maar erger, zei de Duitser Andreas Mitko, wiens vader Witek sinds 8 maart wordt vermist. „Als het echt een legeractie was, dan kunnen de andere ontvoerders wel wraak hebben genomen op de overgebleven gijzelaars, mijn vader bijvoorbeeld.”
Een woordvoerder van de Duitse regering zei woensdag dat de resterende gijzelaars zich in een „precaire situatie bevinden.” De zegsman zei zich zeer bezorgd te maken over hun lot. Berlijn heeft de Algerijnse regering gevraagd hun levens niet in gevaar te brengen en hoopt op een goede afloop. „Er is hoop dat de andere toeristen snel worden bevrijd”, verklaarde de Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Schily, woensdag nog.
De Zwitserse regering heeft twee terrorismedeskundigen naar Algiers gestuurd in een poging informatie te krijgen over de vier vermiste Zwitsers.
Volgens militaire bronnen en Algerijnse kranten worden de resterende gijzelaars door een andere cel van de Salafisten Groep voor Prediking en Strijd (GSPC) vastgehouden in grotten in het zuiden van het land op het plateau van Tamelrik. Het gebied daar is moeilijk toegankelijk wegens de vele grotten, het bergachtige terrein en de zeer hoge temperatuur overdag.
Volgens de krant ”Le Quotidien d’Oran” is een bevrijdingsactie voor de resterende gijzelaars op handen. De krant leidt dat af uit het feit dat de elitetroepen in het gebied de afgelopen dagen versterkt zijn en uit de aanwezigheid van de militaire bevelhebbers in het gebied.
Bij de bevrijdingsactie van dinsdag zijn een Algerijnse militair en negen ontvoerders gedood.