Improvisatie op biografie
Met zijn nieuwe roman ”Parrot en Olivier in Amerika” sleepte Peter Carey wederom een nominatie voor de gezaghebbende Man Booker Prize in de wacht. Als hij had gewonnen, zou dat maar liefst de derde keer zijn geweest. Niet Peter Carey, maar Howard Jacobson ging echter met de prijs naar huis. Toch blijft ”Parrot en Olivier in Amerika” een opmerkelijk boek.
De Franse politiek denker Tocqueville (1805-1859) stamde uit een adellijke familie die het onder de Franse Revolutie flink te verduren had. De filosoof hield zich bezig met het reflecteren op de democratie. Hij is onder andere bekend vanwege zijn reis naar de Verenigde Staten en van het werk ”De la démocratie en Amérique”.
Peter Carey baseerde zijn verhaal op het leven van deze historische figuur. Zelf spreekt de auteur van een improvisatie op de biografie van de politicus. In zijn dankbetuiging aan het einde van het boek zegt Carey het zo: „Wat de auteur aan Tocqueville zelf is verschuldigd, zal duidelijk zijn voor wetenschappers die verstopt in de hooischelf van zinnen, speciale draden, kettingen van woorden zullen ontdekken die klaarblijkelijk afkomstig zijn van de grote man zelf.” Een web van intertextualiteit dus. Er vallen dan ook genoeg parallellen te trekken tussen het leven en denken van Tocqueville en dat van een van de hoofdfiguren in de roman: Olivier-Jean-Baptiste de Clarel de Barfleur de Garmont.
Olivier wordt aan het begin van de 19e eeuw in Franse adellijke kringen geboren. Het leven van zijn grootvader eindigde op het schavot. Gelukkig weten Oliviers ouders wel te ontsnappen aan de guillotine. Afhankelijk van de actuele situatie verblijven de Garmonts wisselend in Parijs of in hun buitenverblijf. In de politiek roerige tijden is het voor de gezinsleden onzeker hoe de ontwikkelingen voor hen zullen uitpakken. Voor de jonge heer Olivier wordt de situatie steeds penibeler. Zijn familie vindt het daarom beter dat hij zijn heil elders zoekt. Onder het voorwendsel van een diplomatieke reis en met tegenzin vlucht de jurist naar de Verenigde Staten, weg van de onrust. In Amerika zal hij, dat is althans de officiële lezing, het gevangenissysteem ter plaatse bestuderen om er een verslag van te schrijven voor de Franse staat.
Olivier is een nuffige en snobistische aristocraat die geplaagd wordt door een scala aan kwalen: behalve aan bijziendheid lijdt hij aan astma, neusbloedingen en hoofdpijnen. De bloedzuigers moeten er regelmatig aan te pas komen om verlichting te schenken. Bovendien heeft hij –en dat is een ware handicap in zijn sociale klasse– een verschrikkelijk handschrift. Vanwege zijn zwakke gestel krijgt deze regelrechte antiheld van zijn tegenpool Parrot de spotnaam ”Lord Migraine”.
Parrot, de bijnaam van John Larrit, is een drukkerszoon die al een leven vol avontuur achter de rug heeft op het moment dat zijn levenspad dat van Olivier kruist. Daarvoor heeft hij een zwervend bestaan geleid. Eerst met zijn vader, geëxecuteerd vanwege betrokkenheid bij vervalsing, daarna samen met de excentrieke Marquis de Tilbot. Parrot is een kleurrijk personage met een sterk gestel en karakter, het prototype van een schelm. Met zijn rode haar, zijn talent om stemmen te imiteren en zijn kunstzinnige aanleg is hij alles wat Olivier niet is.
De eerdergenoemde markies verbindt de levens van Parrot en Olivier. Tilbot is een dierbare vriend van Oliviers moeder; de gravin bewondert de markies vanwege zijn heldenrol in een boerenopstand. Via Tilbot komt Parrot als bediende en secretaris bij Olivier in dienst. Parrot heeft een dubbele agenda: in opdracht van Oliviers moeder bespioneert hij haar zoon op diens reis. Onderweg naar en in Amerika raken de twee mannen verzeild in de meest uiteenlopende, niet zelden avontuurlijke en humoristische situaties. Gaandeweg ontwikkelt hun wederzijdse afkeer zich tot een ongebruikelijke vriendschap die nog het meest weg heeft van een haat-liefdeverhouding. De roman steunt op de vertelperspectieven van Parrot en Olivier, beurtelings geven zij hun versie van de voorvallen.
In dit verhaal neemt Carey je mee naar de kruispunten van de geschiedenis, naar Frankrijk, Engeland, Australië en Amerika. Hij voert je in kasteel en strafkolonie en van de stad naar de woestenij. Het speelveld beweegt zich in werelden van liefde en politiek, schijn en bedrog, van hogere en lagere sociale klassen, van orthodoxen, deïsten en atheïsten. Het is het verhaal van de botsing tussen de overgeleverde normen en waarden van het ancien régime (oude bestuur) en die van de Nieuwe Wereld. Een geheel dat bevolkt wordt door markante figuren die zo van het papier lijken te kunnen stappen.
Carey is een meesterverteller en een intellectueel auteur. Wat betreft verhaalstructuur, karakters, taal en dialogen overtuigt hij op vrijwel alle fronten. De pers kwam superlatieven tekort om zijn ”Parrot en Olivier” te prijzen. Vergelijkingen met Dickens en Shakespeare werden meermalen gemaakt en hoewel dat wellicht iets te veel van het goede is, heeft Carey een dijk van een intelligente en onderhoudende roman geschreven. Met een scherp oog voor psychologie wekt hij zijn personages tot leven en op een uitzonderlijk knappe manier weet hij met taal om te gaan; zijn stijl is uniek, vooral omdat hij er zo overtuigend in slaagt elk figuur zijn eigen stem te geven en om originele invalshoeken te vinden.
Valt er dan helemaal niets af te dingen op dit boek? Helaas wel. In zijn streven naar levensechte karakters en een geloofwaardige setting van hun milieu doorspekt Carey hun taalgebruik met (bastaard)vloeken, schunnigheden en een onverbloemde weergave van seksuele escapades. Juist bij een verder zo overtuigend project dringt zich een belangrijke vraag op. Hoe kun je als schrijver met behoud van geloofwaardigheid van de fictieve werkelijkheid een acceptabele weergave van zondige levens bereiken? Die vraag is natuurlijk gemakkelijker gesteld dan beantwoord, maar hij vormt wel een van de grote uitdagingen voor de eigentijdse (christelijke) romankunst.
Parrot en Olivier in Amerika, Peter Carey; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 234 5919 4; 461 blz.; € 24,90.