Belangrijke rol kerk Zuid-Sudan rond referendum
De kerk van Zuid-Sudan speelt een belangrijke rol in de aanloop naar het referendum over onafhankelijkheid. „God heeft onze gebeden verhoord.”
Tot in het portaal zitten ze, de kerkgangers in de anglicaanse All Saints Cathedral in de Zuid-Sudanese hoofdstad Juba. Het is een paar zondagen voor het referendum en dat stempelt de hele dienst in het eenvoudige, grijs-groen geverfde kerkgebouw. Bisschop Paul P. B. Yugusuk bidt dat „iedereen niet alleen zijn stemkaart zal gebruiken, maar ook het goede zal kiezen.” Over wat het goede is, blijven de kerkgangers bepaald niet in het ongewisse. „Stem voor je vrijheid”, klinkt het herhaaldelijk. „Er is van het noorden niets goeds te verwachten.”
De pastor die de verkondiging verzorgt, vraagt aan het begin van zijn preek aan de kerkgangers of ze met hem kunnen instemmen dat God groot is. Hij heft daarbij zijn hand in de hoogte en spoort de gemeente aan hetzelfde te doen. Laat de opgestoken hand nu ook het symbool voor afscheiding zijn. „Zo te zien, maakt u straks allemaal de juiste keuze”, concludeert de predikant tevreden, wat hem op luid applaus komt te staan.
De Zuid-Sudanese minister van Binnenlandse Zaken, generaal Gier Chuang Aluong, blijkt ook in de dienst aanwezig en krijgt ruim baan om een duit in het zakje te doen. „We hebben aanwijzingen dat het noorden bezig is rebellengroepen zoals het Verzetsleger van de Heer te bewapenen om het referendum te frustreren”, meldt hij. „Wees echter niet bang, wij doen er alles aan om voor uw veiligheid te zorgen.” Zijn afsluitende oproep om voor vrijheid te kiezen, wordt door de bisschop met een hartgrondig „halleluja” bekrachtigd. Na de zegen drukt hij de kerkgangers nog eenmaal op het hart voor onafhankelijkheid te stemmen. Die reageren nog maar eens met applaus, een beetje zwakker nu. Na bijna 2,5 uur vinden de meesten het wellicht wel mooi geweest.
„De kerk is neutraal”, had de anglicaanse bisschop Hilary Luate Adeba uit Yei verzekerd. „Wij informeren onze gemeenteleden over het referendum, herinneren hen aan een geschiedenis van dood, verwaarlozing en onderdrukking door het noorden, maar de beslissing is aan de burgers. We geven geen stemadvies.”
Zijn woorden klinken na de dienst in Juba enigszins onwerkelijk. „Natuurlijk staat de kerk niet neutraal in het referendum”, zegt bisschop Yugusuk desgevraagd. „De kerk is nooit neutraal. Dan kan ze zich net zo goed opheffen.” De geestelijke schudt beslist zijn hoofd. „Wij zijn geroepen om namens het volk te spreken. En dat wil vrijheid, en dat verdient het ook.”
Yugusuk is tevens voorzitter van een platform van Sudanese religieuze leiders dat in de aanloop naar het referendum in het leven is geroepen. „Dat platform is belangrijk”, zegt hij. „Gedurende de oorlog was de kerk hier in Zuid-Sudan de enige georganiseerde instantie. Als kerken hebben we ons altijd ingezet voor het welzijn van de mensen en hebben een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van het vredesakkoord van 2005. We hebben al die jaren gebeden voor bevrijding van onderdrukking en slavernij. Nu is de tijd van de vrijheid aangebroken. God zei tegen Mozes: Ga weg uit Egypte. Dat zegt Hij nu ook tegen ons, als volk van Zuid-Sudan.”
Yugusuk maakt duidelijk dat de kerk zwaar is getroffen door de jarenlange oorlog in Sudan. „Veel leden zijn vermoord, anderen getraumatiseerd. Kinderen werden wees en er was honger. Als kerk hadden we de taak voor onze leden en ons volk te zorgen. Daar waren we soms zo druk mee dat we nauwelijks meer aan onze kerntaak toekwamen, namelijk de verkondiging van het Evangelie aan alle volken.”
De pijn zit zo diep dat de contacten met het noorden wat de anglicaanse bisschop betreft volledig verbroken worden. „We hebben straks helemaal niets meer met hen te maken.” „Let wel”, haast hij zich te zeggen: „Ik heb het over de regering. We houden van de mensen in het noorden, maar niet van het systeem. Wij moeten onze vijanden liefhebben, en dat proberen we. We hebben als kerk echter ook een morele taak, en dat betekent dat we ook geroepen zijn te zeggen wat goed en wat fout is. Welnu, het regime in Khartoem is fout, want het is er niet voor de mensen, maar voor zichzelf.”
Dominee Waigo Ben Tawga, secretaris van de Presbyteriaanse Kerk van Sudan, denkt in dezelfde lijn als zijn anglicaanse collega. „Deze mogelijkheid om voor vrijheid te stemmen is ons door God gegeven”, benadrukt hij in het kantoor van de landelijke kerk in Juba. „Toen het vredesakkoord in 2005 werd gesloten en bepaald werd dat er een referendum zou komen, wist ik dat God onze gebeden had verhoord.”
Ook Tawga voelt er niets voor om als kerk een neutrale positie in te nemen. „Hoe kunnen we neutraal zijn als onze mensen lijden? Wij roepen de mensen op voor afscheiding te stemmen.” Volgens Tawga is ieder die voor eenheid stemt „niet goed bij zijn hoofd.” Zeker 99 procent van de presbyterianen zal voor afscheiding stemmen, weet hij. De Presbyteriaanse Kerk is na de Rooms-Katholieke en Anglicaanse Kerk de derde kerk in Zuid-Sudan.
De kerken van Juba zijn al verschillende keren bijeen geweest om voor een goed verloop van het komende referendum te bidden, geeft Tawga aan. „Ook in de zondagse gebeden denken we altijd aan het referendum. We bidden of God de harten wil veranderen van mensen die het referendum willen verstoren. We vragen ook om rust en kalmte voor onszelf. Dat is nodig, want natuurlijk zijn we gespannen. Er is een baby op komst: ons nieuwe land.”
Tawga lacht. „Ja”, zegt hij, „we leven in een bijzondere tijd. We zijn heel blij. Ik ben in 1958 geboren, maar heb niet veel anders dan oorlog meegemaakt. Toen mijn dochtertje net geboren was, in de jaren tachtig, konden we haar nauwelijks voeden. Maar nu geeft God ons dit referendum. Nee, dit is niet door mensen bedacht.”
De kerk heeft een belangrijke rol gehad in de totstandkoming van de vredesakkoorden, zegt bisschop Hilary Luate Adeba uit Yei. In zijn kantoor, naast de anglicaanse kathedraal van Yei, zet hij rustig de rol uiteen van de Sudanese kerk sinds de onafhankelijkheid van 1956. „We hebben altijd gezocht naar vrede en dat zullen we blijven doen”, zegt hij.
De geestelijke ziet het als taak van de kerk om de nieuwe regering van Zuid-Sudan ook op moreel gebied bij te staan. Zelf heeft hij alvast een steentje bijgedragen, tijdens een conferentie voor kerk- en regeringsleiders in Juba. „Ik mocht daar het woord voeren en heb gezegd dat het afgelopen moet zijn met corruptie en tribalisme. Iedereen uit de regering was daarbij, ook president Salva Kiir. Na afloop kwam hij naar me toe om me te bedanken voor mijn boodschap. ”We moeten dat in onze oren knopen”, zei hij.”
De bisschop maakt zich zorgen over de positie van de kerk in het noorden. Hij was zelf jarenlang pastor in Khartoem. „Het zou erg zijn als er geen christenen meer in Noord-Sudan zouden wonen. Als ze onze gebouwen afpakken, is dat tot daar aan toe. Maar ik heb ook berichten gehoord van moordpogingen op leiders binnen de Rooms-Katholieke Kerk. Dat is zorgelijk. Hopelijk blijft de kerk er echter en kunnen we ook missionarissen sturen om het Evangelie in het noorden te verspreiden.”
Dit is het derde artikel in een serie over Zuid-Sudan in de aanloop naar het referendum.
Verklaring rooms-katholieke bisschoppen
In een officiële verklaring laten de rooms-katholieke bisschoppen als vertegenwoordigers van de grootste kerk in Zuid-Sudan er geen misverstand over bestaan wat volgens hen de stem van het zuiden moet zijn. Boven de boodschap (”Een toekomst vol hoop”) staat een tekst uit Lukas 4: „…Hij heeft mij gezonden om de armen het Evangelie te verkondigen (…), om de gevangenen te prediken loslating, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid.”
„We geloven dat het niet de wil van God is dat mensen lijden en onderdrukking ondergaan, zeker niet door de handen van medemensen”, stellen de bisschoppen in het document. Aan het einde roepen ze de Zuid-Sudanezen met zoveel woorden ertoe op te stemmen voor „een leven in vrijheid met gerechtigheid en gelijke rechten voor iedereen.” Ze citeren daarbij uit Deuteronomium 30: „Het leven en de dood heb ik u voorgesteld, de zegen en de vloek. Kies dan het leven, opdat gij leeft.”
Positie moslimgemeenschap Zuid-Sudan
Terwijl grote groepen christenen momenteel vanuit het noorden naar het zuiden trekken, is er van een omgekeerde beweging geen sprake. De officiële raad voor de Zuid-Sudanese Moslimgemeenschap heeft nadrukkelijk laten weten eveneens voor afscheiding te zijn. „Wij hopen op een onafhankelijk Zuid-Sudan”, zei dr. Ashraf Ali Amule van de moslimraad op een betoging in Juba. „Onze hoop is dat in het nieuwe Zuid-Sudan alle religies vrijelijk en in vrede beoefend kunnen worden, onder een seculiere regering.” Samen met andere moslimleiders liep hij begin december mee in een manifestatie voor zuidelijke onafhankelijkheid.
De voorman van de Islamitische Raad voor de staat Centraal-Equatoria, Idris Ali Juma, liet bij een andere bijeenkomst in Juba weten „tegen iedere keuze te zijn die de mensen van Zuid-Sudan terugvoert in slavernij.” Juma: „De zuidelijke moslims werken er hard aan om hun imago te verbeteren, dat is aangetast door een paar individuen in het noorden.”
Juma erkent dat er moslims in Zuid-Sudan zijn die voor eenheid met het noorden lobbyen. Hij vindt echter dat deze geloofsgenoten een lesje geschiedenis nodig hebben. „Zij moeten weten hoe hun vaders en moeders hebben geleden onder het noordelijke bewind.”
Onder de moslims in het zuiden zijn vluchtelingen uit (onder meer) Darfur. Daarnaast is er een groep zuidelijke, Afrikaanse moslims.
In september 2010 zijn vertegenwoordigers uit de kerken en uit de moslimgemeenschap van Zuid-Sudan in Juba bijeen geweest om te praten over de toekomst. In een verklaring stelden de leiders onder meer „in vrede met elkaar” te willen leven en ervoor te willen waken „islam te associëren met arabisme en christendom te zien als westers importproduct.” Het regime in Khartoem is Arabisch.