Twee vrouwen bliezen zichzelf op tijdens een dienst voor de slachtoffers van de aanslag van maandag, waarvan het dodental is opgelopen tot 59. Een Tsjetsjeense regeringsfunctionaris zei dat de meeste slachtoffers oudere burgers zijn.

De aanslag van woensdag vond plaats in Ilaschan-Joert, 25 kilometer ten zuidoosten van de hoofdstad Grozny. De daders hadden het vermoedelijk gemunt op Ahmed Kadirov, het hoofd van het door Moskou gesteunde bestuur van Tsjetsjenië. Kadirov was een van de 10.000 moslims die de dienst bijwoonden. Het ging om een herdenkingsdienst voor drie sjeiks uit Ilaschan-Joert die bij de aanslag van maandag om het leven kwamen.

Over het exacte dodental bestaat geen duidelijkheid. Reddingswerkers waren woensdagmiddag bezig lichaamsdelen te verzamelen om het exacte aantal slachtoffers vast te stellen.

Achter de aanslag van maandag, toen een vrachtwagen vol explosieven ontplofte in de Noord-Tsjetsjeense stad Znamenskoje, zit volgens een commandant van het Russische leger een krijgsheer van Saudische afkomst. Kolonel Ilja Sjabalkin zei niet waarop hij zijn beschuldiging baseerde. Het officiële overheidsstandpunt is dat het nog te vroeg is om te zeggen wie voor de aanslag van maandag verantwoordelijk is.

De Russische regering probeert de oorlog met de Tsjetsjeense rebellen voor te stellen als een onderdeel van de strijd tegen het terrorisme. President Vladimir Poetin vergeleek de aanslag van maandag dan ook met de aanslag die in de nacht van maandag op dinsdag werd gepleegd in Saudi-Arabië. De kenmerken van beide aanslagen zijn „absoluut identiek”, zei Poetin gisteren.

De leider van de pro-Russische regering in Tsjetsjenië, Ahmad Kadyrov, was maandag mogelijk het doelwit. Vier van zijn lijfwachten werden gedood, maar Kadyrov bleef ongedeerd. Een medewerker van Kadyrov verklaarde dat wordt onderzocht of onder de slachtoffers overheidsfunctionarissen zijn.