Het diertje bleek in staat zijn muzikale eigenschap door te geven aan de volgende generaties. Op het laboratorium van de universiteit van Osaka heft inmiddels een koor van ruim honderd muizen zijn lied aan.

De Japanners hopen met de muizen aanwijzingen te krijgen hoe menselijke taal zich ontwikkelt. Andere taalwetenschappers gebruiken daarvoor zangvogels, zoals vinken. Volgens Uchimura zijn muizen gemakkelijker te bestuderen dan vogels, omdat het zoogdieren zijn. Hun genetische structuur en hersensamenstelling lijkt volgens hem veel meer dan die van vogels op die van de mens. „We kijken hoe een muis die nieuwe geluiden maakt –zoals vogelzang– een groep gewone muizen beïnvloedt. Gewone muizen piepen vooral onder stress.”

De gemuteerde muizen blijken harder te ”zingen” als de wetenschapper ze geregeld in een andere omgeving plaatsen of wanneer hij mannetjes en vrouwtjes bij elkaar zet. Het ”zingen” is volgens hem vooral een uiting van emotie.