Gijzelaar stond in begin doodsangsten uit
HILVERSUM (ANP) – Peter Oosterhuis, de Nederlandse hulpverlener die samen met zijn chauffeur in Afghanistan 39 dagen ontvoerd was, heeft vooral de eerste week van de kidnapping doodsangsten uitgestaan. Hij was toen nog in de veronderstelling dat de groep ontvoerders Taliban waren, zo liet hij donderdag weten in een gesprek met Dit is de Dag op Radio 1. Volgens hem is voor zijn vrijlating geen losgeld betaald.
„We werden continu bedreigd. De eerste dag van de ontvoering kregen we te horen dat we de eerste dag zeker niet zouden overleven. Ze vertelden: we gaan jullie sowieso vermoorden, het is alleen niet zeker of het met een mes of met een kogel gebeurt”, aldus Oosterhuis.
Oosterhuis was werkzaam voor Streams Afghanistan. Hij werd op de allerlaatste dag van zijn zevenjarig verblijf in Afghanistan op 25 oktober in het noorden van het land ontvoerd, nota bene toen hij onderweg was naar huis in Nederland.
Op de weg tussen Taloqan en Kunduz werd de auto waarin hij samen met zijn chauffeur zat klemgereden. Er stapten vier mannen uit die Oosterhuis in de kofferbak van hun auto gooiden en hem samen met zijn chauffeur meenamen. „Dat was zo onwerkelijk. Ik heb die weg honderden keren gereden. En bij de laatste keer, op weg naar huis, wordt je gepakt. Hoe haal ik de verjaardag van mijn vrouw, schoot door mijn hoofd. Die was een paar dagen later”
Oosterhuis mocht de volgende dag bellen en nam contact op met zijn vader. In een emotioneel gesprek vertelde hij van de ontvoering. „Toen ik mijn vader aan de lijn had, werd verteld dat ze losgeld eisten. Als er niet zou worden betaald, zou het afgelopen zijn met me, moest ik vertellen.”
Vooral de eerste week van de ontvoering was volgens Oosterhuis fysiek en geestelijk zwaar. „Er heerste een permanente spanning. Op meerdere momenten werden we bedreigd. Elke nacht moesten we uren lopen met zakken over ons hoofd en katoen in onze oren. Je valt, je wordt geschopt en geslagen.” De hulpverlener reageerde naar eigen zeggen „opgelucht” toen de twee gijzelaars na enkele dagen in de gaten kregen dat ze te maken hadden met een criminele groep en niet met Taliban.
De twee gijzelaars werden vrijwel constant van hot naar her gesleept en sliepen aan elkaar vastgeketend op de grond in kleine ruimten, geblinddoekt en onder een dunne deken. Gedurende de ontvoering waren Oosterhuis en zijn chauffeur dag en nacht aan elkaar vastgebonden aan een arm en een been. De Nederlander schat dat hij misschien drie uur los is geweest in de tijd dat hij werd vastgehouden.
Een week voor de vrijlating kregen de twee gijzelaars in de gaten dat er een vrijlating ophanden was, zo vertelt Oosterhuis. „Ik merkte onenigheid binnen de groep ontvoerders. Ze waren bang voor actie van militairen en waren bang ontdekt te worden. Ik kreeg de indruk dat ze van ons af wilden.”
De gijzeling eindigde uiteindelijk op de achterbank van een taxi die Oosterhuis en zijn chauffeur midden in de nacht naar Taloqan terugbracht. „Dat laatste half uur was nog erg spannend. Dat ging over een weg waar je normaal ‘s nachts niet over heen moet gaan”, aldus Oosterhuis die zegt veel steun te hebben gehad aan zijn geloof in God en nog tijdens de ontvoering voor zijn ontvoerders heeft gebeden.