Zelfverdediging heldhaftig, maar ook gevaarlijk
Een slachtoffer van een overval of inbraak dat zich met geweld verzet tegen de crimineel, gaat op basis van een nieuwe richtlijn van justitie tijdens het onderzoek naar de toedracht niet meer de cel in. „Woedend was ik. Ik heb de man om zijn nek gegrepen en hem er flink van langs gegeven.”
Het is dinsdagmiddag 14 december als Jan Bakker (19), eigenaar van Scootershop Urk, zijn bestelbus achteruit parkeert op de dam van zijn bedrijf. Hij laadt nog wat scooters uit en loopt naar binnen. Zijn ogen dwalen even over de oprit. Er nadert een Golfje.
Een getinte jongeman, vermoedelijk een Marokkaanse Nederlander, stapt uit, glipt achter het stuur van Bakkers bestelbus en rijdt met piepende banden weg. De Volkswagen Golf volgt er vlak achter. Bakker sprint naar buiten en roept in het pand om de hoek zijn makker Cees, die daar werkt. Cees start zijn Toyota Aygo. Bakker neemt plaats op de bijrijdersstoel. Het duo zet de achtervolging in.
„Op een gegeven moment kregen we de bus in de smiezen”, vertelt Bakker. „We wilden de auto’s volgen om te kijken naar welke plek ze zouden rijden. Intussen hadden we ook de politie gebeld.”
Tussen de gestolen bestelbus en de Toyota rijdt de Golf. „Die vertraagde steeds iets, zodat wij niet bij de bus konden komen. We slaagden erin de Golf in te halen. Waarschijnlijk had de bestuurder telefonisch contact met zijn kompaan in de gestolen bus, want op de rotonde gingen ze plotseling uit elkaar. De dief ging vol gas richting Nagele.”
In de bebouwde kom lijkt de bestelbus te moeten stoppen voor een tractor met snoeihout, maar de vluchtende bestuurder haalt toch in. De takken trekken diepe sporen in de lak van de zijkant van de bus. Even verderop moet de autodief weer stoppen, ditmaal voor een rij wachtende auto’s. Inhalen is onmogelijk vanwege tegenliggers. Bakker: „We dachten: nu hebben we hem! Maar dat viel tegen. De bestuurder van de bus reed in zijn achteruit vol tegen ons aan. Daarna schoot hij vooruit, om vervolgens abrupt te remmen.”
Dat scenario herhaalt zich een paar keer, totdat Bakker zich niet langer kan inhouden. Hij springt de Toyota uit –de file is intussen opgelost– en trekt het portier van de bestelbus open. „Ik kon de handgreep aan de binnenkant van de deur gelukkig vastgrijpen. De dief gaf plankgas en probeerde me af te schudden door te gaan slingeren. Ik dacht bij mezelf: als ik nu loslaat, is het afgelopen. Dan kom ik onder m’n eigen bus. Ik werd zo’n 40 meter meegesleurd. Uiteindelijk kon ik mezelf in het voertuig hijsen.”
Bakker schreeuwt de chauffeur toe dat hij moet stoppen. De autodief trekt zich er niets van aan en doet er nog een schepje bovenop. „Ik sjorde aan zijn been om zijn voet van het gaspedaal te krijgen. Door de worsteling begon hij steeds meer te slingeren. Af en toe moest hij gevaarlijk uitwijken voor tegemoetkomend verkeer.”
Het lukt Bakker uiteindelijk om het been van de jongeman weg te trappen en het stuur over te nemen. De dief heeft zijn handen vrij, slaat Bakker –die aan vechtsport en krachttraining doet– in het gezicht en stoot hem met zijn ellebogen in het gelaat. De Urker trapt op de rem. De bus raakt in een slip, rijdt over een verkeersbord en komt net voor een boom tot stilstand.
„Woedend was ik. Ik heb de man om zijn nek gegrepen en hem er flink van langs gegeven. Hij trok de deur open en vluchtte. Ik kon hem zo snel niet bijhouden, omdat ik erg moe was. Het flitste door me heen dat de vogel gevlogen zou zijn als de politie zou arriveren.”
Vriend Cees, die nog in de Toyota zit, volgt de vluchtende man. Een surveillancewagen van de politie die juist in de buurt is voor opnamen voor het tv-programma Blik op de Weg pikt Bakker op. Zijn vriend heeft de verdachte intussen gesignaleerd in het bos bij Nagele. De politie kan de autodief, een 24-jarige Arnhemmer, inrekenen. De bestuurder van de Golf is nog voortvluchtig.
Bakker heeft slechts wat schaafwonden en een blauw oog aan het incident overgehouden. De politie brengt hem langs een dokter en prijst hem om zijn inzet. „De agenten waren blij met dader. Ze hebben er nu in elk geval eentje kunnen oppakken. Wie weet worden daardoor eerdere diefstallen of misdrijven ook wel opgelost.”
Was de actie van de jonge Urker ook verantwoord? De verdachte had immers gewapend kunnen zijn. „Anderen prezen me achteraf om mijn lef, maar ze waarschuwden me terecht ook dat het heel anders had kunnen aflopen. Vroeger deed ik aan kickboksen, dus ik wist heel goed wat ik moest doen. De man had inderdaad best een mes kunnen trekken, maar ik was woedend dat die ander er met mijn spullen vandoor ging.”
Een soortgelijk incident als in Urk doet zich diezelfde dinsdag voor in Moerkapelle. Bij een gewapende roofoverval op een supermarkt overlijdt een van de twee verdachten –Nederlandse Marokkanen– na een val van de trap. Kort daarvoor heeft een worsteling plaatsgehad tussen de overvallers en het winkelpersoneel. Conform de nieuwe richtlijn van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) is degene die mogelijk de duw gaf na verhoor door de politie niet aangehouden. Het OM verklaarde eerder dat de zaak in Moerkapelle zich laat aanzien als een noodweersituatie.
Incidenten als in Urk en Moerkapelle, waarbij het slachtoffer zich met succes verzet tegen zijn belager, vallen bij Nederlandse Marokkanen niet in goede aarde, voorspelt criminoloog en antropoloog Hans Werdmölder. Hij deed meer dan twintig jaar onderzoek onder Marokkaanse jongeren in Nederland. „Als een Marokkaan in het bijzijn van zijn vrienden wordt vernederd of weggezet door onbekenden of vrouwen, neemt hij hoe dan ook wraak. Zijn eer en aanzien staan op het spel. In de ogen van veel Marokkanen zijn Nederlanders maar watjes. Zo’n man als in Moerkapelle krijgt daarom weliswaar hun respect, maar ze zullen niet schromen om wraak te nemen. Als ze dat niet doen, zetten ze eigenlijk een stap terug en dat is hun eer te na.”
Het is lastig in te schatten voor slachtoffers of het verantwoord is zich te verzetten, zegt Werdmölder. „Marokkanen zijn onvoorspelbaar. Ze zijn geneigd om via hun netwerk vrienden op te trommelen. Die hoeven vaak niet eens te weten wat er precies is gebeurd, maar zijn op voorhand solidair. Als iemand zich verzet tegen Marokkaanse daders, neemt hij meer risico dan bij autochtone verdachten.”
Urker Jan Bakker is niet bang voor wraak door zijn vermoedelijk Marokkaanse belagers. „Die man heeft zijn lesje wel geleerd. Hij was volgens mij niet meer dan een loopjongen van iemand anders.”