Dat zegt directeur Johan Quist deze week in een interview met de Humanistische Omroep Stichting, dat op de omroepsite is geplaatst. De omroep organiseert een debat over homoseksualiteit in het onderwijs. Eerder deze maand zond hij een documentaire uit waarin voorlichters van het COC een jaar lang werden gevolgd en in beeld werd gebracht hoe middelbare scholieren denken over homoseksualiteit. In reactie daarop heeft D66 aan minister Van Bijsterveldt gevraagd bij scholen aan te dringen op het toelaten van voorlichters over homoseksualiteit.

Quist geeft in het interview aan dat er scholen zijn die geen voorlichting van het COC willen, „omdat hun moraliteit niet strookt met de orthodox-christelijke grondslag van die scholen.” De directeur van RefoAnders zegt daarop inmiddels benaderd te zijn door het reformatorische Calvijn College in Zeeland over het geven van voorlichting. Desgevraagd geeft Quist aan dat er nog geen harde afspraken zijn gemaakt. Wel start RefoAnders volgend jaar met voorlichting op de Guido de Brès. „Mensen van ons vertellen hun levensverhaal. Op deze wijze maken leerlingen kennis met iemand met homogevoelens.”

In het interview neemt Quist het verder op voor een eigen personeelsbeleid van orthodox-christelijke scholen. „Op zo’n school die uitdraagt dat het praktiseren van seksualiteit alleen binnen het huwelijk van man en vrouw behoort, zullen leerkrachten die op deze school willen werken dit ook moeten uitdragen. Wanneer onverhoopt een leraar tot de conclusie komt dat hij homogevoelens heeft en daarbij ook een praktiserende homorelatie aan wil gaan, zal hij moeten beseffen dat hij niet meer oprecht kan functioneren op deze school.”

Nieuwe campagne

Quist gaat daarmee in tegen de Amsterdamse wethouder diversiteit en integratie Van Es, oud-Kamerlid van GroenLinks. Zij geeft in een interview met de Humanistische Omroep Stichting aan dat religie, zowel christendom als islam, een negatief effect heeft op de opvattingen over homoseksualiteit. Komend voorjaar start Amsterdam een nieuwe antidiscriminatiecampagne, waarbij het onderwijs een van de belangrijke speerpunten zal zijn. „Mijn collega’s en ik gaan scholen ondersteunen die moeite hebben om over dit onderwerp te praten. De vraag is wat er nog meer niet bespreekbaar is. We willen langskomen om in gesprek te gaan over de reden dat ze geen voorlichting willen geven, hoe ze het vak burgerschap invullen en hoe ze een veilig klimaat voor alle leerlingen creëren.”

Van Es vindt dat de Algemene wet gelijke behandeling zodanig moet worden aangepast dat orthodox-christelijke scholen homoseksuele docenten niet meer kunnen weigeren. „Seksuele voorkeur staat op het lijstje van zaken op grond waarvan je niet mag discrimineren. Bovendien mogen religieuze opvattingen geen basis zijn voor discriminatie. De enkelefeit-constructie in de Algemene wet gelijke behandeling die dit mogelijk maakt, lijkt op de ”don’t ask, don’t tell”-constructie voor homo’s in het Amerikaanse leger. Dat is geen goed voorbeeld. Het is een proces, dat niet van de ene op de andere dag geregeld is, net zoals het een lange tijd geduurd heeft tot het homohuwelijk geregeld was.”

De Amsterdamse vwo-scholier Neddo Siebum, oprichter van een groep leerlingen die homoseksualiteit zichtbaar en bespreekbaar wil maken op zijn school, vindt dat artikel 1 van de Grondwet boven de godsdienstvrijheid staat. „De bepaling dat homoseksualiteit niet bij de schoolgrondslag past, tast het gelijkheidsbeginsel en non-discriminatiebeginsel aan. Bovendien denk ik dat gelovigen ook niet zouden willen dat homoseksuelen hen zouden weigeren vanwege hun geloof.”

COC-voorlichter Claudia van Deudekom geeft aan voorlichting te willen geven aan basisschoolkinderen. „Dan hangen de hormonen nog niet in de lucht en zijn ze minder vatbaar voor elkaars opvattingen. Burgemeester Van der Laan van Amsterdam stelde dat afgelopen zomer ook voor.”