„Steeds meer wegbeheerders melden zich bij ons omdat ze de zoutvoorraad zien slinken en maar mondjesmaat zout geleverd krijgen. Hoeveel wegbeheerders hun voorraad zienderogen zien slinken, kan de woordvoerster niet precies zeggen.

Rijkswaterstaat, dat zelf nog voldoende zout heeft om de autosnelwegen schoon te houden, wil wel meedenken aan oplossingen met gemeenten en provincies die problemen hebben. „Maar dat betekent niet dat zij automatisch zout van ons krijgen als ze tekort hebben”, aldus de woordvoerster.

Rijkswaterstaat heeft tot en met afgelopen zondag 77.000 ton zout over de autosnelwegen gestrooid. In de winterperiode 2009/2010 strooide de dienst 191.000 ton zout; in een top vijf geplaatst op nummer één. Op een tweede plaats staat de winterperiode 2005/2006. Toen werd in totaal 124.000 ton zout verstrooid. De voorraad wordt door middel van contracten met zoutleveranciers continu aangevuld.

Een aantal gemeenten lijkt weinig lering te hebben getrokken uit de winterperiode vorig jaar, toen de zouttekorten opliepen. Zij zouden hebben verzuimd deze zomer contracten af te sluiten, zodat zich konden verzekeren van voldoende voorraad. Nu moeten ze achter in de rij aansluiten en hebben contractanten voorrang.

„Vooral zij, maar ook gemeenten die wel contracten hebben, kloppen nu bij ons aan”, zegt de woordvoerster. Tot 15 januari kunnen gemeenten nog deelnemen aan het zoutloket. Dat betekent wel dat ze in sommige gevallen zout moeten afstaan aan andere wegbeheerders in het land waar strooizout op dat moment harder nodig is.

Vooralsnog wordt het loket niet geactiveerd. Daarover is wel contact tussen Rijkswaterstaat en de koepelorganisaties van wegbeheerders: Vereniging Nederlandse Gemeenten, Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen.