Kerk & religie

Vreugde, ondanks strijd en pijn

Nog maar 32 jaar en dan al met emeritaat. Voor ds. L. B. C. Boot bleef er geen andere mogelijkheid over. De christelijke gereformeerde predikant uit Breda liep twee jaar geleden een whiplash op ten gevolge van een verkeersongeval. „Ik heb leren zien dat de Heere in Zijn werk niet van mensen afhankelijk is.”

Door J. R. A. Dekker
31 December 2001 10:30Gewijzigd op 13 November 2020 23:20
BREDA – De christelijke gereformeerde ds. Boot uit Breda zal met ingang van morgen emeritus zijn, hoewel hij slechts twee jaar als predikant actief is geweest. Door de gevolgen van een whiplash kan hij zijn ambt voor onbepaalde tijd niet uitoefenen. - F
BREDA – De christelijke gereformeerde ds. Boot uit Breda zal met ingang van morgen emeritus zijn, hoewel hij slechts twee jaar als predikant actief is geweest. Door de gevolgen van een whiplash kan hij zijn ambt voor onbepaalde tijd niet uitoefenen. - F

25 november 1999. De datum staat in zijn geheugen gegrift. Juist terug van een evangelisatiebezoek, krijgt ds. Boot een auto-ongeluk. Een gehaaste automobilist vergeet voorrang te geven en botst aan de bestuurderszijde tegen het voorportier. De gevolgen lijken mee te vallen. Behalve een stijve nek en een gekneusde rib zijn er geen noemenswaardige verwondingen. Veertien dagen rustig aan doen, luidt het advies van de dokter.

Het is half december. Topdrukte in domineesland. Dat geldt in het bijzonder voor Breda, waar in deze periode extra evangelisatiediensten worden belegd. Blij dat hij al een aantal preken van tevoren heeft gemaakt, zet ds. Boot zich aan het werk. Dat blijkt niet mee te vallen. Na het lezen van een bladzijde tekst weet hij zich korte tijd later niet meer te herinneren wat er staat. Ook heeft hij last van duizeligheid en is hij snel moe. Vastbesloten om door te gaan, spant hij zich extra in. Hij ziet nog kans de diensten rond Kerst en Oud en Nieuw te leiden. „Maar vraag niet hoe”, zegt hij. Korte tijd later moet hij het werk neerleggen en komt hij in het medische circuit terecht. Whiplash, luidt de diagnose.

Hersenletsel
De klachten nemen niet af. Fel licht en harde geluiden kan hij niet verdragen, evenmin als de aanblik van geblokt tegeltapijt en het schijnsel van kroonluchters. Drie boodschappen halen zonder briefje gaat niet meer. Na ruim een halfjaar besluit hij toch de draad voorzichtig op te pakken. „Preken en vergaderingen leiden kon ik niet, maar ik probeerde weer wat bezoekjes af te leggen. Omdat ik me sinds het ongeval soms verspreek, ging ik bij voorkeur naar oudere mensen. Bij hen gaat ook alles niet altijd zoals het hoort, nietwaar? Toch hield ik het niet vol. Na een bezoek van drie kwartier was ik uitgeput.”

Het duurt tot februari van dit jaar voordat een neuropsychologisch onderzoek in het Geldropse St.-Annaziekenhuis uitwijst wat zijn beperkingen zijn. Hij blijkt een milde vorm van hersenletsel te hebben opgelopen. De mededeling van de specialist is kort maar duidelijk: U gaat er voorlopig voor onbepaalde tijd uit.

„Die boodschap kwam keihard aan”, vertelt ds. Boot. „De eerste vragen die ik me stelde, waren: Wat moet je nu? Hoe moet het verder met de gemeente Breda, die nog niet eerder een predikant heeft gehad? Na een gesprek met ds. J. Westerink werd mij duidelijk dat er eigenlijk geen andere mogelijkheid was dan emeritaat aan te vragen. Dat was de meest bittere, maar ook meest realistische weg.” Het emeritaat is inmiddels door de classis Dordrecht verleend en zal per 1 januari ingaan.

Leerzame tijd
Breda is de eerste, en tot nu toe enige, gemeente van ds. Boot. Na een theologische studie aan de Universiteit Utrecht en vervolgens die van Apeldoorn moest hij een jaar lang op een beroep wachten. „Dat was achteraf gezien een leerzame tijd. Zo’n periode doet wat met je.” Toen dienden zich, kort na elkaar, twee gemeenten aan: Huizen en Breda. „Naar de mens gesproken was het beroep naar Huizen aangenamer. Toch wist ik zeker dat ik naar Breda moest. Dat is naderhand ook heel wat keren bevestigd.” Op 26 februari 1998 deed hij intrede en werd daarmee tevens voor een kwart van zijn tijd evangelisatiepredikant.

Wonen in Breda betekent dat je de secularisatie tot op het bot voelt. „Dat merken ook onze kinderen hier op de protestants-christelijke school. We ervaren dat als een kruis. Toch mogen we leven uit het vertrouwen dat de Heere ook hier voor ons zorgt.” Hoewel Breda een nogal gemêleerde christelijke gereformeerde kerk heeft, proberen de gemeenteleden elkaar wel vast te houden. „Hier kennen ze niet de luxe om eens een dienst in een naburige gemeente te bezoeken.”

Zijn preken typeert ds. Boot als klassiek gereformeerd. „Maar zonder clichés. Dat wordt je hier wel afgeleerd. Ik probeer de drie stukken van de Heidelbergse Catechismus te laten doorklinken: wie je bent als mens tegenover de Heere, wie Hij wil zijn voor een zondaar, en de vreugde en strijd die je ervaart als je een kind van God mag zijn.” Na een korte aarzeling: „Maar wat een grote woorden gebruik ik eigenlijk. Dit zijn antwoorden van iemand die al veertig jaar in het ambt staat, terwijl ik maar twee jaar als predikant actief ben geweest.”

Optimistisch karakter
De wetenschap voor onbepaalde tijd uitgeschakeld te zijn, is voor niemand gemakkelijk te aanvaarden. Ook niet voor een predikant. „Het is een weg die je voor jezelf niet hebt uitgestippeld en die je ook een ander niet gunt. Om de gemeente van de emeritaatsaanvraag op de hoogte te stellen, hebben we aan elk lid een brief uitgedeeld. Centraal daarin stond de tekst uit Johannes: „Volg gij Mij.” Deze woorden sprak Jezus tegen Petrus op een moment dat ook zijn leven beheerst werd door grote vragen. Ondanks alles mogen we toch weten dat ons lot in Gods handen ligt, hoe de weg ook gaat.”

Ds. Boot ervaart het zelf als een zegen dat hij een optimistisch karakter heeft. „Gelukkig straal ik niet uit dat ik zielig ben, of zo. Dat bén ik ook niet. Soms keert zich dat tegen je. Dan denken mensen dat het nog wel meevalt met die ziekte van je. Er valt natuurlijk ook niets aan je te zien. Onbegrip is trouwens iets waar veel whiplash-patiënten tegen aanlopen. De afgelopen twee jaar heb ik veel mensenkennis opgedaan. Ik voel haarfijn aan of mensen oprechte belangstelling hebben of gewoon plichtmatig vragen hoe het met me gaat.”

In een periode van ziekte word je als mens teruggeworpen op je wortels, is zijn ervaring. „Dan blijven de wezenlijke zaken, zeg maar: de basis, over. Als ik met andere mensen spreek, of ze nu ziek of gezond zijn, kerkelijk of niet kerkelijk, merk ik dat velen slechts voor het materiële leven. Als je dan niet meer met de caravan weg kunt, stort je wereldje in. Wat is het dan een zegen als je een enige troost in leven en sterven mag kennen. Als het goed is, merkt een ander dat aan je. Juist als je ziek bent, heb je een verkondigende taak door de wijze waarop je je ziekte draagt. Tegelijkertijd is het een genade als je dat ook kunt. Zeker in deze omgeving is een christen de eerste en soms de laatste Bijbel die een onkerkelijke leest.”

Evangelisatiewerk


Om zijn geheugen en concentratievermogen te trainen, probeert ds. Boot zijn promotiestudie, waarmee hij al voor het ongeval was begonnen, weer op te pakken. Op termijn hoopt hij met zijn gezin naar het midden van het land te verhuizen. „Dat lijkt me beter. Anders blijven we te veel aan de gemeente Breda, die ons op het hart gebonden is, hangen.” Van harte hoopt hij dat het evangelisatiewerk dat van de grond is gekomen, voortgang zal vinden. „Mijn ziek-zijn heeft me ook geleerd dat de Heere niet van mij afhankelijk is. Ik zeg dat niet zonder strijd en pijn. Maar het geeft ook vreugde als je merkt dat Zijn werk doorgaat.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer