Verdachte terrorisme vrijuit door tijdgebrek
Een dertiende verdachte in de terroristenzaak blijkt door tijdgebrek niet te zijn opgepakt. Aanvankelijk kon de politie de man niet te pakken krijgen, waarna zij de verdachte uiteindelijk heeft laten lopen.
De man -de in Rotterdam woonachtige K. Tahiri- is door de advocaten van de verdachten die momenteel in de Maasstad terechtstaan, opgeroepen. Hij zat dinsdagochtend op de publieke tribune.
Tegenover advocaat V. Koppe bevestigde P. Timmer van de landelijke recherchedienst van het Korps Landelijke Politiediensten dat de Rotterdammer nog „steeds als verdachte wordt beschouwd.” Eind vorig jaar is herhaalde malen geprobeerd hem te pakken te krijgen. Na lang aandringen gaf Timmer aan dat „omwille van tijdgebrek” de pogingen zijn gestaakt. Volgens Koppe verbleef Tahiri, behoudens een kortstondig verblijf in een tweetal gevangenissen, gewoon op zijn woonadres in Rotterdam.
Timmer werd vanmorgen door Koppe uitvoerig aan de tand gevoeld over de rol van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). De rechercheurs hebben een aantal malen op verzoek van de AIVD deze dienst informatie verstrekt. Anderzijds is er echter naar aanleiding van een ambtsbericht van de AIVD één keer andersom om meer informatie gevraagd. Dat ontlokte rechtbankpresident F. van Klaveren de opmerking dat „de AIVD in dat geval dus als opsporingsdienst is gebruikt.”
Timmer kon ook geen echte informatie verschaffen over de organisatie van de vermeende terroristengroep. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen vijf cellen, geconcentreerd rondom vijf hoofdverdachten. Verder is er sprake van „zones en contacten met buitenlandse leiders.” In een groot aantal gevallen zijn de conclusie in het proces-verbaal het gevolg van het „over elkaar heen leggen van het telecomdossier met talloze telefoontaps en de rest van het materiaal”, zo bleef Timmer enigszins vaag.
Aan het begin van de zitting ontstond een geprikkelde woordenwisseling tussen rechtbankpresident Van Klaveren en officier van justitie J. Valente. Van Klaveren zei buitengewoon ontstemd te zijn over het te laat arriveren van enkele verdachten. Hij gaf het openbaar ministerie de schuld van trage vervoersdienst „die zich aan alle controle onttrekt en met speciale auto’s op tijden dat het hen uitkomt door het land trekt.” Valente meende dat het OM geen directe zeggenschap heeft over de vervoersdienst en noemde de opmerkingen van Van Klaveren „kwalijk.” Halverwege de ochtend was een van de verdachten nog steeds niet gearriveerd.