Fiscale wijzigingen voor 2011
Tanteagaathregeling, groene belegging en loonkosten wijzigen. Nog even en 2010 is voorbij. Het nieuwe kabinet heeft weer diverse fiscale wijzigingen doorgevoerd die in het nieuwe jaar ingaan. Te denken valt aan diverse regelingen in box 3 van de inkomstenbelasting, maar ook aan de invoering van de werkkostenregeling voor werkgevers.
Een voorbeeld die voor rijkere particulieren van belang kan zijn, is de zogenoemde tanteagaathregeling (belegging in durfkapitaal). Dat is een regeling voor het lenen van geld aan een beginnende onderneming die aan diverse voorwaarden moet voldoen.
Tot op heden zijn verliezen op deze leningen aftrekbaar, maar met ingang van 1 januari 2011 wordt deze mogelijkheid afgeschaft. Wanneer een dergelijke lening evenwel voor 1 januari 2011 is verstrekt (en vastgelegd in een overeenkomst), blijft ook na 31 december 2010 de mogelijkheid tot verliesneming intact.
De belegging blijft in box 3 vrijgesteld, maar de heffingskorting van 1,3 procent van het in box 3 vrijgestelde bedrag komt vanaf 2011 te vervallen.
Groene beleggingen
Voor maatschappelijke beleggingen (groene en sociaal-ethische beleggingen) en de beleggingen in durfkapitaal (onder andere leningen aan startende ondernemers) bestaan fiscale faciliteiten (vrijstellingen in box 3, extra heffingskortingen en persoonsgebonden aftrek bij verlies op geldlening aan startende ondernemer).
Daarnaast geldt er een vrijstelling in box 3 voor roerende zaken in eigen gebruik en voor voorwerpen van kunst en wetenschap indien deze bezittingen niet worden gehouden als belegging. De heffing van inkomstenbelasting in 2010 en 2011 kunt u beperken indien u nog vóór 31 december 2010 in voornoemde beleggingscategorieën belegt.
Omgekeerd geldt dat als u zo’n bezitting wilt verkopen, u dit beter kunt uitstellen tot na 1 januari.
Door de invoering van 1 januari 2011 als enige peildatum scheelt dit anderhalf jaar heffing in box 3.
Bpm
In 2011 wordt de bpm-regeling zo gewijzigd dat de mate van CO2-uitstoot een grote invloed krijgt op het uiteindelijk te betalen bpm-bedrag. Bovendien wordt een bpm-korting verleend bij de aanschaf van dieselpersonenauto’s die voldoen aan de Euro 6-norm. Deze korting bedraagt in 2011 1500 euro, in 2012 1000 euro en in 2013 500 euro.
Op basis van het voorgaande kan het voordelig zijn om met de aankoop van een personenauto te wachten tot 2011, althans in ieder geval indien de keuze valt op een energie-efficiënte auto met een lage CO2-uitstoot.
Dat geldt ook voor een dieselpersonenauto die voldoet aan de Euro 6-norm.
Loonbelasting
Voor werkgevers is van belang dat de regels in de loonbelasting wijzigen. Met ingang van 1 januari 2011 wordt immers de werkkostenregeling van kracht. Gedurende de jaren 2011 tot en met 2013 kan een werkgever (jaarlijks) kiezen of hij het huidige regime voor vrije vergoedingen/verstrekkingen toepast, of dat hij de nieuwe werkkostenregeling toepast. In het huidige regime kan een werkgever allerlei zaken onbelast vergoeden, mits maar aan allerlei specifieke voorwaarden wordt voldaan ten aanzien van de aard van de verstrekking en de hoogte van de vergoeding. Zo moeten de vaste kostenvergoedingen altijd worden onderbouwd en de Belastingdienst controleert dit vaak streng via steekproeven.
In de werkkostenregeling komen veel specifieke regels te vervallen en kan de werkgever eenvoudigweg 1,4 procent van de loonsom belastingvrij vergoeden. Er blijven enkel nog een paar gerichte vrijstellingen over.
Afhankelijk van de samenstelling van het (secundaire) arbeidsvoorwaardenpakket dat binnen zijn organisatie geldt, kan de overstap naar de werkkostenregeling een financieel voordeel voor de werkgever of zijn werknemers opleveren.
Voor zover dit nog niet is gedaan, is het raadzaam om zo snel mogelijk te inventariseren of de werkkostenregeling gunstig is. In het kader van de invoering van de werkkostenregeling wordt ook de fiscale regeling voor personeelsfeesten met ingang van 1 januari 2011 gewijzigd.
Indien een werkgever per die datum overstapt op de werkkostenregeling geldt dat de kosten voor personeelsfeesten in beginsel in het 1,4 procentbudget vallen.
Een duur personeelsfeest leidt er dan toe dat de verstrekking aan de werknemers boven de 1,4 procent van de loonsom kan uitstijgen, zodat er deels 80 procent loonheffing over de kosten van het feest moet worden betaald. Blijft een werkgever ook na 1 januari 2011 het huidige regime voor vrije vergoedingen en verstrekkingen toepassen, dan gaat voor personeelsfeesten een maximum gelden van 454 euro per werknemer per jaar. Voor 2010 is geen maximum per werknemer vastgesteld.
De auteur is werkzaam bij de belastingadviespraktijk van PwC. Reageren aan scribent? fiscaliteiten@refdag.nl.