Als er al sprake zou zijn van cultuurbarbaren in de politiek, dan zijn die te vinden bij alle partijen, luidde zijn stelling. Telkens als een volksvertegenwoordiger wees op de harde landelijke ingrepen, deed Bosma een greep uit een mapje gemeentelijke voorbeelden. Het betrof gemeenten waarin andere partijen dan de PVV in het bestuur zitten en waar ook hard wordt bezuinigd op cultuur.

„Jetta Klijnsma van de PvdA heeft hier net met een grote vlag staan zwaaien, maar daar heb ik geen woord van geloofd. Want haar eigen partij in de gemeente Den Haag grijpt ook hard in”, schetste de PVV’er. Hij baalt ervan dat zijn fractie, die gedoogsteun geeft aan het kabinet, de zwarte piet krijgt toegespeeld in verband met het korten op cultuur. Naast het voorbeeld Den Haag, haalde hij ook de gemeente Boxmeer en Gouda aan. „De bezuinigingen op cultuur worden in eerste instantie door gemeenten gepleegd”, stelde hij.

VVD’er Bart de Liefde zei in het debat dat hij zich wel kon vinden in de landelijke besparingen, omdat volgens hem een overschot aan cultuur wordt geproduceerd. „Er wordt meer kunst gemaakt dan waar publiek voor is.” De lijn van staatssecretaris en partijgenoot Zijlstra kon hij daarom wel volgen. De bewindsman wil namelijk dat instellingen meer gaan zorgen voor animo voor hun producties en dat ze nu teveel afhankelijk zijn van subsidies.

D66’er Boris van der Ham vindt het moeilijk oppositie voeren tegen zo’n standpunt. „Er wordt gepraat van een infuuscultuur. Als je er anders over denkt wordt meteen gezegd: ‘ah, u hoort bij een kerk’.” De D66’er riep op tot het halveren van de bezuiniging en tot meer visie bij de staatssecretaris. „Het kabinet vliegt met een bommenwerper over het cultuurlandschap en werpt een duizendponder af. Daarna wil Zijlstra de bom naspringen om ‘m alsnog richting te geven. En terwijl op de grond iedereen verstijft, moet Zijlstra zijn visie nog bedenken.”

Later maandagmiddag geeft Zijlstra antwoord op de diverse vragen die hem door de Kamerleden zijn gesteld.