Het Kinderboekenmuseum is een onderdeel is van het Letterkundig Museum. Vanaf donderdag kan het publiek er terecht.

In het Kinderboekenmuseum maken kinderen spelenderwijs kennis met de Nederlandse en Vlaamse jeugdliteratuur. Creatief omgaan met taal en het stimuleren van plezier in lezen en schrijven staan er centraal. Er zijn twee vaste tentoonstellingen en in de toekomst ook wisselende exposities op de oppervlakte van ruim duizend vierkante meter.

Een van de vaste tentoonstellingen is ”Papiria”, waarbij kinderen een avontuurlijke ontdekkingstocht maken door de wereld van het kinderboek. „Dolend door onder meer het Diepe Denkersdal en de Dwarse Donderstenenravijn ontmoeten de kinderen schrijvers, tekenaars en personages als Dolfje Weerwolfje, Minoes en Pippi Langkous”, aldus het museum.

De expositie omvat onder meer twaalf interactieve spellen, achttien korte filmpjes over het maken van een verhaal, dertig ontwerpstations waarmee kinderen een eigen verhaalfiguur kunnen maken, 111 originele illustraties van 68 illustratoren en meer dan 150 luisterfragmenten. In maart opent de tweede vaste opstelling: Kikker. Dat is een aparte speel- en leerruimte voor de allerjongsten, geïnspireerd op de Kikkerboeken van Max Velthuijs. Volgend najaar opent een tijdelijke expositie, die is gewijd aan illustrator Thé Tjong-Khing.

De afgelopen maanden riep het museum op kinderen te solliciteren voor de functie van kinderdirecteur. Het moest iemand zijn „die gek is op lezen, vol verhalen zit en van avontuur houdt” en die met andere mensen kan overleggen en een goede luisteraar is. Laura kreeg uiteindelijk de felbegeerde functie. Ze heeft niet alleen het ceremoniële rol, maar ze zal er ook op toezien „dat het museum genoeg leuke dingen doet voor kinderen”. Haar eerste taak was het verrichten van de officiële opening.

In 1994 opende het Kinderboekenmuseum voor het eerst zijn deuren. De afgelopen drie jaar is het museum ingrijpend verbouwd.