De rechtbank in Rotterdam besloot echter de voorlopige hechtenis van de 29-jarige Pavels G. niet op te heffen. Justitie gelooft nog steeds dat G. bij de overval was betrokken en dus blijft hij verdachte in de zaak.

De officier van justitie sprak van een brute overval waarbij grof geweld werd gebruikt. Het Openbaar Ministerie (OM) vervolgt de mannen voor poging tot doodslag, vrijheidsberoving en diefstal met geweld.

De overval vond vorig jaar juli plaats bij een juwelier aan de Pleinweg in Rotterdam. De twee slachtoffers zouden zijn geschopt en geslagen, vastgebonden en van de trap geduwd. Zij raakten onder meer gewond aan hoofd en gezicht.

De daders maakten zeker 320.000 euro buit. Omdat het echtpaar maar voor circa de helft van dat bedrag was verzekerd, is niet geteld hoeveel aan sieraden en juwelen verder ontbrak. De buitgemaakte spullen zijn nooit teruggevonden. Geen van de mannen kon vertellen waar de sieraden zijn gebleven.

De verdachten komen uit Letland en Litouwen. Ze deden zich voor als klanten en wilden waardevolle juwelen grijpen zonder geweld te gebruiken, zo verklaarden zij. Uit beelden van beveiligingscamera’s blijkt dat er wel degelijk is gevochten. Een van de verdachten verklaarde dat hij niet had verwacht dat de juwelier zich zou verzetten. Daarom liep het uit op een handgemeen. Ze ontkennen daarbij steekwapens te hebben gebruikt.

De twee bekennende overvallers konden niet goed onder woorden brengen wie de derde overvaller is. Het zou zeker niet verdachte G. zijn.

De politie zou volgens diens advocaat eerst hebben geconcludeerd dat G. een van de daders was en daar vervolgens bewijs bij hebben gezocht. Doordat de twee andere verdachten G. vrijpleitten, blijft er volgens de raadsman geen bewijs meer over tegen G. De rechters bepaalden echter dat er nog voldoende bezwaren zijn hem vast te houden.

Aanvankelijk was het de bedoeling dinsdag al tot de strafeisen te komen. De rechtbank gaat op 27 januari verder met de zaak.