Ardesch, sinds 1998 organist van de Grote Kerk en sinds 2007 stadsorganist van Dordrecht, was gevraagd te spelen tijdens de openingsbijeenkomst en de afsluitende bijeenkomst van de Nationale Synode, die beide in de Grote Kerk plaatsvinden. Vanwege het gehalte van de gekozen liederen heeft hij dat echter geweigerd.

Eerder bespeelde Ardesch (1959) het orgel wel bij vergelijkbare evenementen, zoals de nationale Calvijnherdenking mei vorig jaar en de presentatie van de Herziene Statenvertaling afgelopen zaterdag.

In een reactie geeft Ardesch aan waar zijn pijn zit. „Ergens heb ik het gevoel dat ik het moet doen, dat ik er moet zijn, omdat het een belangrijke gebeurtenis is. Maar de inhoud van de te zingen liederen is zo drie keer niks. Daar wil ik niet mee geassocieerd worden.”

Naast een paar psalmen en liederen uit het Liedboek voor de kerken staat er een groot aantal liederen uit de bundel Opwekking op het programma. „De keuze van de liederen is zo plat, ze hebben het niveau van sinterklaasliedjes: een blamage voor de kerk”, zegt Ardesch. „Je gaat de predikant toch ook niet vragen uit de Donald Duck voor te lezen?” Tijdens de bijeenkomsten wordt er ook een aantal nummers met een muziekband opgevoerd.

„Ik zet me m’n hele leven al in voor goede kerkmuziek”, aldus Ardesch. „Ik wil m’n taak als organist waardig invullen. Maar wat nu van me gevraagd wordt, kan ik niet waardig doen. Ik wil best wel eens een oogje dichtknijpen, maar dit gaat te ver.”

Wie er nu wel gaat spelen, weet Ardesch niet. „Men komt in zulke gevallen als eerste bij mij terecht. Maar ik ben niets verplicht. Men is op zoek naar een ander.”