Iran kampt met morele neergang
TEHERAN – Iraanse regeringswoordvoerders benadrukken steeds in de media dat de vierde ronde van economische sancties tegen Iran nauwelijks effect heeft op het dagelijks leven van de Iraanse bevolking. Integendeel zelfs. President Ahmadinejad herhaalt voortdurend dat deze sancties Iran geholpen hebben „economisch onafhankelijk” te worden.
Recente studies schetsen echter een minder rooskleurig beeld. De jeugdwerkloosheid is gestegen tot 24 procent. Meer dan 10 miljoen Iraniërs leven onder de armoedegrens van 2 dollar per dag. En volgens een bericht van het Aria Strategic Studies Center lijdt 58 procent van de bevolking van Teheran aan depressies, 30 procent van hen is zelfs zwaar depressief.
Het is voor de buitenwereld vaak moeilijk zich een beeld te vormen van de Iraanse maatschappij. Dit beeld wordt grotendeels bepaald door berichten over het theocratische islamitische regime. Dat maakt de cijfers over drugsverslaafden en prostitutie in Iran des te verbazingwekkender.
Dat Iran een belangrijke doorvoerroute is voor drugs, is geen geheim. Tachtig procent van de Afghaanse opium vindt zijn weg naar de westerse markten via Iran. Minder bekend is echter dat een behoorlijk gedeelte van deze drugs Iran niet verlaat en bestemd is voor de eigen binnenlandse markt. De US Council on Foreign Relations schat het aantal drugsverslaafden in Iran op 1,7 miljoen, waarvan 400.000 in de hoofdstad Teheran. Dit zijn cijfers die het probleem van verslaafden in westerse landen doen verbleken. De cijfers zijn gebaseerd op onderzoeken van de politie in Teheran zelf en schetsen een ontnuchterend beeld van de moraal onder Iraanse jongeren dertig jaar na de islamitische revolutie.
Even ontnuchterend zijn de cijfers over prostitutie. Volgens dezelfde politiebronnen zijn er alleen al in Teheran zo’n 90.000 prostituees actief. Het opvallendst hierbij is dat 80 procent van hen hoogopgeleid is en verklaart het werk vrijwillig te doen en niet als zondig te zien.
Sinds de revolutie van 1979 wordt het Iraanse regime niet moe de westerse decadentie aan te klagen. Bovenstaande cijfers lijken er echter op te wijzen dat het islamitische regime de sociale decadentie eerder lijkt te bevorderen dan te bestrijden.
Deze decadentie helpt ook om de enorme demografische neergang te verklaren die Iran momenteel beleeft. Volgens een census uit 2006 is het vruchtbaarheidscijfer voor heel Iran 1,9, maar in Teheran bedraagt het 1,5. Het is een probleem dat ook Europa kent en dat leidt tot een vergrijzing van de bevolking. Een vruchtbaarheidscijfer van 2,1 is vereist om de bevolking op peil te houden. Minder dan 2,1 betekent een toekomstige bevolkingsafname. Twintig jaar geleden bedroeg het vruchtbaarheidscijfer voor heel Iran nog 6,5.
Deze cijfers wekten verbazing, omdat deze ontwikkeling zich voltrok in een van de meest islamitische landen ter wereld. Het dwong demografen klassieke denkbeelden over de intrinsieke band tussen religie en vruchtbaarheid te herzien. Vooral omdat deze dramatische daling van geboortecijfers in Iran zich niet beperkt tot urbane gebieden.
Demografen zochten in eerste instantie de verklaring in een snel stijgend ontwikkelingsniveau van de meisjes. Snel afnemend analfabetisme zou in deze theorie de dalende geboortecijfers verklaren. Deze theorie wordt echter weersproken door een rapport uit 2008 van Iran’s Literacy Movement, dat het aantal analfabeten in Iran op 10 miljoen schatte.
Al deze cijfers schetsen het beeld van een jongere generatie Iraniërs die leeft onder economische sancties en een internationaal isolement en die geteisterd wordt door werkloosheid en economische problemen. Als gevolg hiervan leeft er een wijdverspreid pessimisme over de toekomst, dat tot een crisis in de moraal leidt.