De voormalige oppositieleider Condé kreeg 52,2 procent van de stemmen en werd daarom twee weken geleden tot winnaar uitgeroepen. Zijn opponent ex-premier Cellou Dalein Diallo haalde een score van 47,4 procent.

Diallo sprak van grootschalige verkiezingsfraude en ging bij het hooggerechtshof in beroep tegen de uitslag. Het hof besloot niet tot het ongeldig verklaren van de stembusgang. Volgens het hof had het kamp van Diallo onvoldoende bewijzen voor ongeregeldheden.

Diallo legde zich vrijdag bij de uitslag neer. „We hebben geen andere keus dan ons neer te leggen bij dit oordeel van de hoogste gerechtelijke instantie van dit land.” Tegen zijn aanhangers zei hij: „Onze betrokkenheid bij vrede en eenheid dwingt ons ertoe onze frustratie en ons lijden in te houden, kalm en sereen te blijven en elke vorm van geweld te vermijden.”

Het waren de eerste democratische verkiezingen sinds Guinee onafhankelijk werd van Frankrijk in 1958. Beschuldigingen van stembusfraude hadden na publicatie van de eerste resultaten op 15 november bloedige gevechten tot gevolg gehad in machtsbases van Diallo. Veiligheidstroepen sloegen protesterende aanhangers van Diallo met geweld neer.

De afgelopen twee weken wachtte het land in spanning de uitspraak van het hof af. De noodtoestand was uitgeroepen om de onrust in bedwang te houden.

De speciale gezant van de Verenigde Naties voor West-Afrika, Said Djinnit, prees Diallo voor het accepteren van de uitslag. „Dit is een fantastisch moment voor Guinee, het begin van een nieuw tijdperk van democratie.”