Werkstraf van 200 uur voor Tilburgse juwelier
De rechtbank in Breda heeft donderdagmiddag de Tilburgse juwelier M. P. veroordeeld tot een werkstraf van 200 uur en drie maanden voorwaardelijke celstraf.
De 41-jarige man schoot vorig jaar in zijn winkel in het centrum van Tilburg een overvaller dood en verwondde daarbij een andere overvaller. Tegen hem was twee jaar celstraf geëist. Net als de officier van justitie vond de rechtbank dat P. geen schuld heeft aan de schietpartij op 28 februari vorig jaar omdat er sprake was van noodweer. De rechter doelde daarbij vooral op de bescherming van twee personeelsleden die tijdens de overval op de grond moesten gaan liggen.
De rechter haalde in het vonnis de toename van gewelddadige overvallen op juweliers aan, maar wees daarbij op het gevaar om het recht in eigen hand te nemen. „De handelwijze van de juwelier verdient geen navolging, omdat de zaak uit de hand had kunnen lopen en er meer slachtoffers hadden kunnen vallen”, aldus het vonnis.
De Federatie Goud en Zilver acht het belangrijk dat de rechter de noodsituatie erkende en dat het verweer van de juwelier „de grenzen van de noodzakelijke verdediging niet heeft overschreden.” Volgens de brancheorganisatie is een roofoverval met een pistool altijd een levensbedreigende situatie en is een beroep op noodweer volledig terecht.
De rechtbank sprak de juwelier vrij van de beschuldiging dat hij de politie niet heeft verteld dat de neergeschoten overvaller R. C. medische hulp nodig had. De man overleed korte tijd later in een politiecel. In haar vonnis noemt de rechtbank het „moreel verwerpelijk” dat P. niet heeft gemeld dat de overvaller mogelijk gewond was. Een rechtsplicht om dit te melden ontbreekt echter, waarna vrijspraak volgde.
De rechtbank achtte wel een poging tot zware mishandeling bewezen, omdat P. de neergeschoten overvaller nog een harde trap tegen het hoofd gaf. Ook werd de Tilburgse juwelier veroordeeld voor illegaal wapenbezit.
De juwelier, vroeger lid van een schietvereniging, verklaarde dat hij niet wist dat de overvaller was getroffen. Die verklaring geloofde officier van justitie R. de Beukelaer niet, omdat P. op een meter afstand het dodelijke schot loste. Volgens de officier had de overvaller niet hoeven te overlijden, als de juwelier meteen had gemeld dat de man gewond was.
De tweede overvaller, de 20-jarige L. C., kon na de overval lichtgewond wegkomen en nam 250.000 euro aan juwelen en sieraden mee. Onlangs is tegen hem drie jaar cel en TBS geëist. Zijn vonnis is uitgesteld, omdat hij nog een psychiatrisch onderzoek moet ondergaan in het Pieter Baan Centrum, de observatiekliniek van justitie.
De advocaat van de juwelier, mr. R. Milo, noemt de uitspraak van de rechter „een wijs oordeel.” „De rechter noemt het beroep dat het noodweer was iets wat de verdediging ook altijd heeft bepleit”, aldus de raadsman. Dat zijn cliënt de politie niet heeft gewaarschuwd dat een van de overvallers zwaargewond was, vindt Milo logisch. Hij was in shock en wist niet wat er gebeurde.”