Het vonnis valt iets lager uit dan de eis van het Openbaar Ministerie (OM). Dat wilde dat K. 25 jaar achter de tralies zou belanden voor moord. Volgens de rechtbank is van enige verzachtende omstandigheid niets gebleken en is daarom een zeer langdurige gevangenisstraf noodzakelijk.

De rechtbank acht bewezen dat hij de 32-jarige Arzu Çakmakçi-Erbas op 10 augustus 2009 op de parkeerplaats voor haar crèche Moeders Schoot met twintig messteken om het leven heeft gebracht. Ze baseert zich op meerdere getuigenverklaringen. Volgens de rechtbank heeft K. een vrouw vermoord die in haar omgeving bekend stond als een geliefde, getalenteerde en ondernemende persoonlijkheid. „Wat het motief ook is geweest, hij heeft met het doodsteken van Arzu Erbas een gruwelijke en meedogenloze moord gepleegd”, aldus de rechtbank.

Het is tijdens de zitting niet duidelijk geworden wat de echte aanleiding was voor de moord. K. zou wel geld tegoed hebben gehad van een Turkse man voor wiens bouwbedrijf hij wel eens klusjes verrichtte. Deze man zou al een aantal jaren een verhouding hebben gehad met het getrouwde slachtoffer.

K. heeft zelf zijn betrokkenheid altijd ontkend. Tijdens de zitting beriep hij zich op zijn zwijgrecht. Volgens zijn advocaat was er niet of nauwelijks bewijs dat zijn cliënt de vrouw heeft gedood. „En de bewijzen die er zijn, vertonen ernstige gebreken.”

De rechtbank betreurt het dat hij hierdoor geen spijt heeft betuigd en dat hij niet heeft meegewerkt aan een onderzoek naar zijn persoonlijkheid. Daardoor heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen of hij zijn daad onder invloed van een stoornis heeft gepleegd. K. is eerder in Turkije veroordeeld voor moord. In 2007 ontsnapte hij uit de gevangenis en vluchtte naar Nederland. Turkije heeft om zijn uitlevering gevraagd. Hij moet daar nog bijna negen jaar de cel in.