Orgel Wijnaldum na restauratie in gebruik genomen
WIJNALDUM – De Andreaskerk in het Friese dorpje Wijnaldum heeft vrijdagmiddag 19 november haar gerestaureerde orgel in gebruik genomen.
Tijdens de ingebruikname demonstreerden de orgelmakers van Bakker & Timmenga (Leeuwarden) en adviseur Stef Tuinstra het gerestaureerde Harmens/Van Gruisen/Van Damorgel. Zaterdag was er een open dag.
Het instrument van Wijnaldum heeft een lange geschiedenis. Het vakwerk van drie orgelmakers is in het orgel verenigd, en in 1869 onder één noemer gebracht door de firma L. van Dam & Zn. te Leeuwarden. Zij bouwden een nieuw orgel met gebruikmaking van zoveel mogelijk oud materiaal, waaronder het meeste toen aanwezige oude pijpwerk en een oude windlade. De windlade werd in 1836 gemaakt door Willem van Gruisen uit Leeuwarden, samen met een aantal toen nieuw gemaakte registers, waarvan er enkele ook nu nog in het orgel staan.
Het begin van het instrument (veertien stemmen, twee klavieren, aangehangen pedaal) ligt in 1720. „Toen maakte de Berltsumer orgelmaker Jan Harmens een eenklaviers orgel met negen registers, waarvan er vijf nog zijn bewaard”, aldus Stef Tuinstra. „Dit is uniek pijpmateriaal, dat in een toen heel ouderwetse, laat-17e-eeuwse stijl is gemaakt. Deze registers hebben een ietwat omfloerste, melancholieke klank. Van Dam maakte een nieuwe orgelkast, alle mechanieken, de windvoorziening en een tweede klavier met vier registers met een reservering van één register.” Bij de nu uitgevoerde restauratie is de reservering in de stijl van Van Dam er alsnog bijgemaakt: een Quintfluit 3’.
In 1931 werd de middeleeuwse kerk van Wijnaldum rigoureus gerestaureerd. De kerk werd geheel afgebroken en in oude stijl opnieuw opgebouwd. Ook het orgel moest helemaal worden gedemonteerd en werd na de restauratie weer in elkaar gezet. Kerk en orgel werden opnieuw geschilderd. Bij de huidige restauratie is de kleurstelling van 1931 gehandhaafd.
Bakker & Timmenga uit Leeuwarden had het orgel al lange tijd in onderhoud en heeft nu de restauratie uitgevoerd, waarvoor Stef Tuinstra het plan schreef.
Het resultaat van de algehele restauratie, die 172.000 euro heeft gekost, mag er wezen, volgens Tuinstra. Hij noemt het orgel „een mild en enigzins bescheiden, maar verfijnd klinkend instrument met een aanmerkelijk oudere klank dan het bouwjaar doet vermoeden en met een licht ademende wind.”